This lesson contains 16 slides, with text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Welkom !
In deze les vertel ik jullie iets over een beroemde kunstenaar.
Daarna gaan jullie aan de slag, net als de kunstenaar.
Slide 1 - Slide
Doelen van deze les:
- Je leert een derde kunstenaar van de kunst-stroming Pop Art kennen; Andy Warhol.
- Je maakt een eigen portret in de stijl van Andy Warhol.
- Je gebruikt het warm-koud-kleurcontract.
Slide 2 - Slide
Dit weten jullie al:
Portret: afbeelding van een persoon.
Primaire kleuren: eerste kleuren: rood, geel en blauw
Secundaire kleuren: tweede kleuren; oranje, paars en groen.
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Video
Pop Art, Andy Warhol
Pop Art is een kunst-stroming vanaf 1950. Dat is ouderwets, toch? Nou, als je kijkt naar de portretten van Andy Warhol, vind je het misschien helemaal niet ouderwets. De kunstenaar maakt portretten met felle kleuren.
Pop-Art betekent: kunst voor de gewone mensen, zoals jij en ik.
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Video
Nog steeds populair
Andy Warhol is nog steeds populair! De video die je net zag, is een paar jaar geleden gemaakt. Het is geinspireerd op Andy Warhol omdat:
- Een portret wordt steeds herhaald.
- Er worden felle kleuren gebruikt voor het gezicht en de achtergrond.
Slide 9 - Slide
Opdracht:
Maak een prachtig portret van een populair product uit je eigen tijd. Denk na over wat JULLIE op dit moment erg POPulair vinden.
Maak dit in de stijl van Andy Warhol.
Maak het met behulp van de volgende stappen:
Slide 10 - Slide
Stap 1
Kies een duidelijke, scherpe foto van jouw populaire product. Het moet een echte foto zijn, geen tekening of icoon.
Zorg voor een goede foto van groot formaat, dus veel pixels en laat deze printen.
Slide 11 - Slide
Stap 2
Print de foto zo groot mogelijk op A4 papier.
Deze tekening ga je met carbon papier overtekenen op je papier waar je op gaat schilderen.
Slide 12 - Slide
Stap 3
Kies je schildermateriaal.
Begin met kleuren; geef elk deel een felle kleur, totdat het een mooi geheel wordt. LET OP:
1) Gebruik ALLEEN de kleuren uit de kleurencirkel.
2) Gebruik het warm-koud-kleurcontrast..................
Slide 13 - Slide
Warm-koud ?
Contrast = tegenstelling. Een tegenstelling van kleur, dus! Wanneer je een warme kleur naast een koude kleur plaatst, heb je een kleurcontrast.
Warm= rood, geel, oranje.
Koud = blauw, blauwachtig.
Slide 14 - Slide
Stap 4
Als je wilt, kun je op het laatst met een zwarte stift wat lijnen zetten in je schilderij.