Pincode H5 formatieve toets
1 / 21
Lesson duration is: 50 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Wat is een voorbeeld van marketing?
A
korting geven op je product
B
je product mooi inpakken
C
7 dagen per week open zijn
D
goede garantie geven
Slide 2 - Quiz
Wie zijn de aanbieders op de woningmarkt?
A
de mensen die een huis willen kopen
B
de mensen die hun huis willen verkopen
C
de mensen een huis gaan bekijken
D
de mensen die hun huis gaan verbouwen
Slide 3 - Quiz
Als jij naar de weekmarkt in Leeuwarden gaat om groente en kaas te gaan kopen, dan ben je een ...
A
vrager
B
aanbieder
C
beiden
D
geen van beiden
Slide 4 - Quiz
Als je een vakantiehuisje huurt in de schoolvakanties is deze duurder dan buiten de schoolvakanties.
Waardoor komt dat?
Waardoor komt dat?
A
de vraag naar vakantiehuisjes is kleiner in de schoolvakanties
B
het aanbod van vakantiehuisjes is kleiner in de schoolvakantie
C
de vraag naar vakantiehuisjes is groter in de schoolvakanties
D
het aanbod van vakantiehuisjes is groter in de schoolvakanties
Slide 5 - Quiz
De fiets die je hebt gekregen kostte € 620. De fietsenwinkel kocht deze fiets bij de groothandel in voor € 400.
Wat is de brutowinstmarge in euro's?
Wat is de brutowinstmarge in euro's?
A
€ 120
B
€ 220
C
€ 620
D
€ 1020
Slide 6 - Quiz
De fiets die je hebt gekregen kostte € 620. De fietsenwinkel kocht deze fiets bij de groothandel in voor € 400.
Wat is de brutowinstmarge in procenten (van de inkoopprijs)?
Wat is de brutowinstmarge in procenten (van de inkoopprijs)?
A
21,6%
B
35,5%
C
55,0%
D
61,3%
Slide 7 - Quiz
Op een dag verkoop je 225 ijsjes voor € 0,75 per stuk.
Wat is je afzet?
Wat is je afzet?
A
€ 168,75
B
225
C
€ 225
D
275
Slide 8 - Quiz
Op een dag verkoop je 225 ijsjes voor € 0,75 per stuk.
Wat is je omzet?
Wat is je omzet?
A
€ 168,75
B
225
C
€ 225
D
275
Slide 9 - Quiz
Op een dag maak je € 105 omzet met de verkoop van ijsjes.
Je verkoopt ze voor € 0,75 per stuk.
Wat is je afzet?
Je verkoopt ze voor € 0,75 per stuk.
Wat is je afzet?
A
105
B
115
C
130
D
140
Slide 10 - Quiz
Wat voor soort belasting is BTW?
A
directe belasting
B
indirecte belasting
C
inkomsten belasting
D
geen belasting
Slide 11 - Quiz
Wat is op dit moment het percentage van het lage BTW- tarief?
A
0%
B
6%
C
9%
D
21%
Slide 12 - Quiz
Wat is het BTW-percentage op een panini broodje in de schoolkantine?
A
0%
B
6%
C
9%
D
21%
Slide 13 - Quiz
De verkoopprijs van een fiets is € 500.
Hoeveel is de consumentenprijs?
Hoeveel is de consumentenprijs?
A
€ 500
B
€ 530
C
€ 545
D
€ 605
Slide 14 - Quiz
Een panini broodje in de schoolkantine kost € 2,25.
Wat is de verkoopprijs (exclusief BTW)?
Wat is de verkoopprijs (exclusief BTW)?
A
€ 1,87
B
€ 2,06
C
€ 2,12
D
€ 2,25
Slide 15 - Quiz
Een Samsung Galaxy A34 128GB kost bij Coolblue € 389.
Hoeveel BTW zit daar in?
Hoeveel BTW zit daar in?
A
€ 32,12
B
€ 35,01
C
€ 67,51
D
€ 81,69
Slide 16 - Quiz
Je verkoopt 20 paar schoenen voor € 49.
De inkoopprijs was € 32 per paar.
De bedrijfskosten zijn € 80.
Hoeveel is je omzet?
De inkoopprijs was € 32 per paar.
De bedrijfskosten zijn € 80.
Hoeveel is je omzet?
A
€ 340
B
€ 640
C
€ 900
D
€ 980
Slide 17 - Quiz
Je verkoopt 20 paar schoenen voor € 49.
De inkoopprijs was € 32 per paar.
De bedrijfskosten zijn € 80.
Hoeveel is je brutowinst?
De inkoopprijs was € 32 per paar.
De bedrijfskosten zijn € 80.
Hoeveel is je brutowinst?
A
€ 170
B
€ 200
C
€ 340
D
€ 410
Slide 18 - Quiz
Wat is een voorbeeld van bedrijfskosten?
A
afzet
B
huur
C
inkoopwaarde
D
omzet
Slide 19 - Quiz
Je verkoopt 20 paar schoenen voor € 49.
De inkoopprijs was € 32 per paar.
De bedrijfskosten zijn € 80.
Hoeveel is je nettowinst?
De inkoopprijs was € 32 per paar.
De bedrijfskosten zijn € 80.
Hoeveel is je nettowinst?
A
€ 170
B
€ 260
C
€ 290
D
€ 340
Slide 20 - Quiz
Een Samsung Galaxy A34 128GB kost bij Coolblue € 389.
Hoeveel BTW zit daar in?
Hoeveel BTW zit daar in?
A
€ 32,12
B
€ 35,01
C
€ 67,51
D
€ 81,69
