frans woordjes Hoofdstuk 1

frans woordjes Hoofdstuk 1
1 / 13
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 10 min

Items in this lesson

frans woordjes Hoofdstuk 1

Slide 1 - Slide

wat betekend ''la mer''?
A
het strand
B
de zee
C
de stad
D
het huis

Slide 2 - Quiz

wat is de Franse vertaling van ''de ouders''
A
les grands-parents
B
les parents
C
la famille
D
le père et la mère

Slide 3 - Quiz

kies de juiste vertaling van ''hij is''
A
je suis
B
il est
C
tu es
D
elle est

Slide 4 - Quiz

vertaal naar het frans: ''Ik woon in Breda, in Nederland

Slide 5 - Open question

vertaal naar het Nederlands: ''Comment tu t'appelles?''

Slide 6 - Open question

vertaal naar het Frans: ''hij is 15 jaar''.

Slide 7 - Open question

vul de zin aan:
''___ suis Max.''

Slide 8 - Open question

vul de zin aan:
''C'est ___ ville.''

Slide 9 - Open question

vul de zin aan:
''Tu ___ où?''

Slide 10 - Open question

´´La crêpe´´ betekend de pannenkoek.
WAAR
NIET WAAR

Slide 11 - Poll

´´Le fromage´´ betekend pannenkoek.
WAAR
NIET WAAR

Slide 12 - Poll

Le garcon
La plage
La famille
la  sœur
Het Stran
De zus
De famillie
Het meisje

Slide 13 - Drag question