Theme 3, lesson 2

Theme 3, lesson 2
- Check homework
- Stone 6
- Grammar 6
- Quiz
- Homework
1 / 34
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Theme 3, lesson 2
- Check homework
- Stone 6
- Grammar 6
- Quiz
- Homework

Slide 1 - Slide

Homework:

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Stone 6
- Mark ex 9 + 10

Slide 5 - Slide

Past Simple

Moment in het verleden:
Yesterday, a week ago, last month


Werkwoord + ED
of rij 2
Present Perfect

FYNE JAS:
For, yet, never, ever, just, already, since


Have/Has + werkwoord + ED
of rij 3

Slide 6 - Slide

Past Simple
De past simple is de simpele verleden tijd. Deze vorm gebruik je als iets in het verleden is gebeurd en nu ook is afgelopen. Vaak staat er een tijdsaanduiding in de zin.

I walked to school yesterday.
She bought a new phone last week. 

Slide 7 - Slide

Hoe maak je de Past Simple?
De past simple kun je op 2 manieren maken. Dit heeft te maken met het of het woord regelmatig of onregelmatig is. 

- Regelmatig = vaste manier van werkwoord vervoegen
- Onregelmatig = eigen vorm

Slide 8 - Slide

Past Simple regelmatige werkwoorden
Bij regelmatige werkwoorden maak je de past simple door +ed achter het werkwoord te zetten.

call       -  called
talk       -  talked
play      -  played

Slide 9 - Slide

Past Simple onregelmatige werkwoorden
Onregelmatige werkwoorden hebben een eigen unieke vorm in de verleden tijd. Het 2e rijtje van de lijst met onregelmatige werkwoorden.


Slide 10 - Slide

Wanneer gebruik je de Present Perfect?
De present perfect gebruik je als je het hebt over iets wat in het verleden begonnen is en wat nu nog doorgaat of waar je nu nog het effect van ziet.
In het Nederlands hebben wij hier geen aparte werkwoordsvorm voor.

I have lived here since 2002                 -  Ik woon hier al sinds 2002.
She has worked there for 4 years.     -  zij werkt daar al 4 jaar.
I have studied very hard so I                 - Ik heb hard geleerd en dus mijn toets
passed my test.                                             gehaald.

Slide 11 - Slide

Hoe maak je de Present Perfect?
Ook de present perfect maak je door een soort 'formule' te volgen. Namelijk:
Have/has + voltooid deelwoord

Stap 1: Kijk wie of wat het onderwerp is en kies have of has. 
Has
gebruik je bij he/she/it en have gebruik je bij de rest.

Stap 2: Maak het voltooid deelwoord van het werkwoord.

Slide 12 - Slide

Kort samengevat
Vorm
Wanneer gebruik je het?
Hoe maak je het?
Past Simple
Iets is in het verleden gebeurd en afgelopen. (vaak staat er een tijdsaanduiding in de zin)
Regelmatige ww: +ed
Onregelmatige ww: 2e rijtje
Present Perfect
Iets is het verleden begonnen en gaat nu nog door of je merkt het effect er nog van.
(vaak staat er 'since' in de zin)
Have/has + voltooiddeelwoord

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

She won't talk to me because I ______ her.
A
hurt
B
have hurt

Slide 15 - Quiz

My parents _____ in 1990.
A
met
B
have met

Slide 16 - Quiz

We ______ friends for 6 years now.
A
were
B
have been

Slide 17 - Quiz

We ______ to Spain last summer. (to go)
A
went
B
have gone

Slide 18 - Quiz

I can't do my homework because I ____ my laptop.
A
lost
B
have lost

Slide 19 - Quiz

I _____ to take out the trash yesterday.
A
forgot
B
have forgotten

Slide 20 - Quiz

We ... home after the match yesterday
A
went
B
have gone

Slide 21 - Quiz

My dog ... since Friday
A
didn't eat
B
hasn't eaten

Slide 22 - Quiz

He ... at the supermarket last weekend
A
worked
B
has worked

Slide 23 - Quiz

In 2017 they ... to London
A
went
B
have gone

Slide 24 - Quiz

I ... my penpal yet. I hope I will someday!
A
didn't meet
B
haven't met

Slide 25 - Quiz

I'm tired. I ... this hard before!
A
never worked
B
have never worked

Slide 26 - Quiz

I ... football the day before yesterday.
A
played
B
have played

Slide 27 - Quiz

My sister and I ... the horses yesterday
A
fed
B
have fed

Slide 28 - Quiz

You __ my question yet.
(answer - not)

Slide 29 - Open question

She __ the piano for over ten years now. (play)

Slide 30 - Open question

When I passed by, a little girl __ through the fence. (peek)

Slide 31 - Open question

She __ to buy that car.
(want - always)

Slide 32 - Open question

I am not sure if I __ the door; let me check. (lock)

Slide 33 - Open question

Homework:
Ex: 9 / 10 / 12 / 13

Slide 34 - Slide