What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Naamvallen
STARTOPDRACHT: schrijf over
Wiederholung
Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben
3e naamval
4e naamval
aus
uit
durch
door
bei
bij
für
voor
mit
met
gegen
tegen
nach
naar
ohne
zonder
seit
sinds
um
om
von
van/door
zu
naar
1 / 32
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
This lesson contains
32 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
STARTOPDRACHT: schrijf over
Wiederholung
Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben
3e naamval
4e naamval
aus
uit
durch
door
bei
bij
für
voor
mit
met
gegen
tegen
nach
naar
ohne
zonder
seit
sinds
um
om
von
van/door
zu
naar
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
Woche: zehn
Am Ende dieser Stunde:
1. kennst du 1e, 3e und 4e Fall
Slide 3 - Slide
1. kennst du 1e, 3e und 4e Fall
Wiederholung
Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben
Slide 4 - Slide
Wiederholung
Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben
Der Vater gibt seinem Sohn ein Geschenk.
Slide 5 - Slide
Wiederholung
Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben
Wie + werkwoorden? = onderwerp (1e)
Wie + werkwoorden + onderwerp? = lijdend vw (4e)
Aan wie + werkwoorden + onderwerp? = meewerkend vw (3e)
Slide 6 - Slide
BOX
DER groep
EIN groep
Persoonlijk voornaamw.
1
KOLOM
geslacht van zelfstandig naamwoord
vertaling van persoonlijk voornaamw.
2
RIJ
1e/3e/4e naamval
3
Wiederholung
Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben
Slide 7 - Slide
Wiederholung
Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben
M
annelijk
V
rouwelijk
O
nzijdig
M
eer
v
oud
1e
der
die
das
die
3e
dem
der
dem
den +n
4e
den
die
das
die
M
annelijk
V
rouwelijk
O
nzijdig
M
eer
v
oud
1e
ein
ein
e
ein
kein
e
3e
ein
em
ein
er
ein
em
kein
en
+n
4e
ein
en
ein
e
ein
kein
e
ik
jij
hij
zij
het
wij
jullie
zij
u
1e
ich
du
er
sie
es
wir
ihr
sie
Sie
3e
mir
dir
ihm
ihr
ihm
uns
euch
ihnen
Ihnen
4e
mich
dich
ihn
sie
es
uns
euch
sie
Sie
BOX
Persoonlijk voornaamw.
Ein-Gruppe
(een + bez.vnw)
Der-Gruppe
(de/het)
mein
-
dein
-
sein
-
ihr
-
unser
-
euer
-
ihr
-
Ihr
-
Slide 8 - Slide
1e nv (Nominativ)
Wie/wat + ww ?
=
onderwerp
ontleden
Wiederholung
Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben
Slide 9 - Slide
3e nv (Dativ)
uit
aus
bij
bei
met
mit
na,naar
nach
van, door
von
naar
zu
voorzetsels
ontleden
aan/voor + wie/wat + ww
+ onderwerp?
=
meewerkend voorwerp
Wiederholung
Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben
Slide 10 - Slide
4e nv (Akkusativ)
door
durch
voor
für
tegen
gegen
zonder
ohne
om
um
voorzetsels
Wie/wat + ww + onderwerp?
= lijdend voorwerp
ontleden
Wiederholung
Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben
Slide 11 - Slide
Koppel het zinsdeel aan de juiste naamval.
Onderwerp
Lijdend voorwerp
Meewerkend voorwerp (aan of voor )
1e
3e
4e
Slide 12 - Drag question
Welke voorzetsels krijgen de 3e naamval (Dativ)?
Slide 13 - Open question
Welke voorzetsels krijgen de 4e naamval (Akkusativ)?
Slide 14 - Open question
Voorzetsel
Functie
1e
Nominativ
3e
Dativ
4e
Akkusativ
durch, für, gegen, ohne, um
Wie+pv?=
Wie+pv+o?=
aan/voor wie+pv+o?=
aus, bei, mit, nach, seit, von, zu
Slide 15 - Slide
Stappenplan
1. BOX: Persoonlijk vnw. / een of bez.vnw = ein groep/ de/het = der groep
2. KOLOM: geslacht van zelfstandig naamwoord
3. RIJ: 1e/3e of 4e NV
Slide 16 - Slide
Und jetzt:
üben, üben, üben....
Slide 17 - Slide
1. Er hat sein______ Mutter (v) ein_____ Computer (m) gegeben.
Slide 18 - Open question
2. D_____ Mann (m) hat sein_____ Freund (m) ein_____ Karte (v) geschickt.
Slide 19 - Open question
4. Ohne mein____ Vater (m) gehe ich nicht dahin!
Slide 20 - Open question
5. Kennst du ihr_____ Bruder (m)?
Slide 21 - Open question
6. Stephan hat d_____ Junge (m) und d____ Mädchen (o) gesehen.
Slide 22 - Open question
7. Fahren wir heute zu dein_____ Mutter (v)?
Slide 23 - Open question
8. Gestern hat d____ Frau (v) d_____ Mann (m) noch ein_____ Geschenk (o) gegeben.
Slide 24 - Open question
9. Aus d___Buch (o) hat d____Lehrer (m) für d___Schüler (mv) Informationen gehollt.
Slide 25 - Open question
10. D.... Kellner (m) gibt d...Kunde (m) ein.....Speisekarte (v)
Slide 26 - Open question
11. Wo bleibt ihr....Schwester (v)?
Slide 27 - Open question
12. Bei dein....Tante (v) fühle ich mich immer wohl.
Slide 28 - Open question
13. Der Kellner gibt (hem)...die Speisekarte.
Slide 29 - Open question
14. (hij).......fragt eine Frage?
Slide 30 - Open question
15. Das Geschenk ist für (mij).....
Slide 31 - Open question
16. Aus (hen).......kommen wirklicch nichts gutes.
Slide 32 - Open question
More lessons like this
Naamvallen
December 2023
- Lesson with
18 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Naamvallen
January 2024
- Lesson with
12 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Naamvallen
March 2024
- Lesson with
12 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Naamvallen
June 2024
- Lesson with
12 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Naamvallen
November 2024
- Lesson with
11 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Naamvallen
March 2024
- Lesson with
12 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Naamvallen uitleg en oefenen
November 2022
- Lesson with
20 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Naamvallen
October 2024
- Lesson with
12 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4