Taalverzorging les 5 en 6

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Taalverzorging les 5

Les 5 --> 

verkleinwoorden

Les 6 --> 

C die klinkt als S

C klinkt als K

B klinkt als P

-iaal, -eaal, -ieel, -ueel

Verkleinwoorden

pinda – pindaatje

schema – schemaatje

foto – fotootje

radio – radiootje

menu – menuutje

paraplu – parapluutje

café – cafeetje  

Verkleinwoorden

baby – baby’tje

lolly – lolly’tje

taxi – taxietje

ski – skietje

A4 – A4’tje

cd – cd’tje

dvd – dvd’tje

Verkleinwoord van machine

Verkleinwoord aspirine

verkleinwoord van jongen

verkleinwoord van karbonade

Verkleinwoord radio

Verkleinwoord taxi

Taalverzorging les 6

C die klinkt als S

Hoor je “s”, dan schrijf je soms c.

Voorbeelden: centrum, ceintuur.

C die klinkt als K

Hoor je “k”, dan schrijf je soms c.

Voorbeelden: contract, café, crèche, cognac.

Woorden met b of p

Hoor je p bij sommige woorden, dan schrijf je b.

Wanneer je het woord langer maakt (in het meervoud zet), hoor je of je een b of p moet schrijven.

Voorbeelden: eb, slab, krab

-iaal, -eaal, -ieel, -ueel

Hoor je “j” of “w”, dan schrijf je –iaal, -eaal, -ieel of –ueel.

Voorbeelden: liniaal, ideaal, prieel, actueel.

Woorden met -ieel

woorden met -iaal

Woorden met -ueel

Schrijf op....

Schrijf op...

Schrijf op....

Schrijf op....

Schrijf op....

Schrijf op...

Zelf aan de slag

Maak les 5 en 6 in je klapper