passivum les 18 Via Nova

Passivum deel 1 les 18
1 / 13
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Passivum deel 1 les 18

Slide 1 - Slide

Het passivum
Wat is het verschil tussen de volgende twee zinnen?

  • De leraar slaat de leerling.
  • De leerling wordt geslagen door de leraar.

  • De jongens plukken bloemen.
  • De bloemen worden geplukt door de jongens.



Slide 2 - Slide

Het passivum
Wat is het verschil tussen de volgende twee zinnen?

  • De leraar slaat de leerling. Actief
  • De leerling wordt geslagen door de leraar. Passief



Slide 3 - Slide

Het passivum
Wie is het onderwerp in zin 1?
1) De jongens plukken de bloemen. 

Wie is het onderwerp in zin 2?
2) De bloemen worden geplukt door de jongens.

Bij een passieve zin wordt het lijdend voorwerp uit de actieve zin dus het onderwerp van de passieve zin. 



Slide 4 - Slide

Het passivum
In zin 1 doet het onderwerp iets actiefs, nl bloemen plukken.
1) De jongens plukken de bloemen. 

In zin 2 ondergaat het onderwerp iets, nl ze worden geplukt
2) De bloemen worden geplukt door de jongens.





Slide 5 - Slide

De lijdende vorm maakt in het Nederlands gebruik van een hulpwerkwoord. Welk hulpwerkwoord?

Slide 6 - Open question

Zet in de lijdende vorm: ik hoor

Slide 7 - Open question

Maak de Nederlandse zin passief:
Lucius roept mij

Slide 8 - Open question

Maak de Nederlandse zin passief:
De brand verwoest de villa's

Slide 9 - Open question

Het passivum
In het Nederlands is er ook een passivum. Dit wordt gevormd (!) door de combinatie van de hulpwerkwoorden zijn of worden + voltooid deelwoord.

Actief
o tt:  ik zie
o vt: ik zag
v tt: ik heb gezien
v vt: ik had gezien



Passief
o tt:  ik word gezien
o vt: ik werd gezien 
v tt: ik ben gezien
v vt: ik was gezien



Slide 10 - Slide

Het passivum
In het Latijn is het passivum herkenbaar aan aparte uitgangen.
Actief:
-o
-s
-t
-mus
-tis
-nt
Passief:
-or
-ris
-tur
-mur
-mini
-ntur

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Het passivum
Vergelijk:
audio   
audis
audit
audimus
auditis
audiunt
audior  
audiris
auditur
audimur
audimini
audiuntur
ik word gehoord
jij wordt gehoord
zij wordt gehoord
wij worden gehoord
jullie worden gehoord
zij worden gehoord
ik hoor
jij hoort
zij hoort
wij horen
jullie horen
zij horen

Slide 13 - Slide