240112 grammatica §8 herhalen + vlogs bekijken

Welkom M1e!
Deze spullen heb ik nodig:

  • pen
  • schrift
  • werkboek
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1,2

This lesson contains 22 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom M1e!
Deze spullen heb ik nodig:

  • pen
  • schrift
  • werkboek

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
  1. Mededelingen (2 min)
  2. Oefenen zinsdelen (10 min)
  3. Huiswerk nakijken (7 min)
  4. Poster maken van de leerstof (30 min)
  5. Vlogs kijken (20 min)

Slide 2 - Slide

Mededeling
Voorleeswedstrijd Read2Me
Lees een stuk voor uit jouw favoriete boek (in het Nederlands) en ga als winnaar van het ONC naar de regionale ronde!

Wanneer zijn de voorrondes? 
Donderdag 18 januari - 9e uur (leesflexuur)

Hoelang moet ik voorlezen? Maximaal 5 minuten.



Slide 3 - Slide

Wat gaan we doen?
  1. Mededelingen (2 min)
  2. Oefenen zinsdelen (10 min)
  3. Huiswerk nakijken (7 min)
  4. Poster maken van de leerstof (30 min)
  5. Vlogs kijken (20 min)

Slide 4 - Slide

Leerdoelen
Deze zinsdelen ken ik:
  • persoonsvorm
  • werkwoordelijk gezegde
  • onderwerp
  • lijdend voorwerp

Havo:
  • Meewerkend voorwerp


Slide 5 - Slide

Oefenen grammatica
Opdracht: 
Ontleed beide zinnen:
1. Zet strepen tussen de zinsdelen
2. Benoem de aangegeven zinsdelen

We bespreken de zinnen over 4 minuten.

Hoe: Je werkt alleen 
Nodig: Pen + werkblad



timer
4:00

Slide 6 - Slide

Twee zinnen om mee te oefenen:
Vanmorgen hebben mijn broer en ik een cadeautje aan mijn zusje gegeven.

pv =
wg =
ow =
lv =

Slide 7 - Slide

Twee zinnen om mee te oefenen:
Tijdens de lessen Nederlands zit ik soms weg te dromen.

pv =
wg =
ow =
lv =

Slide 8 - Slide

Wat gaan we doen?
  1. Mededelingen (2 min)
  2. Oefenen zinsdelen (10 min)
  3. Huiswerk nakijken (7 min)
  4. Poster maken van de leerstof (30 min)
  5. Vlogs kijken (20 min)

Slide 9 - Slide

Huiswerk bespreken
Grammatica §8 
Bladzijde 214

Opdracht 2 t/m 4

Slide 10 - Slide

Opdracht 2
1. Nicole heeft de nieuwe boekenkast gemonteerd.


  • pv = heeft
  • ow = Nicole
  • wg = heeft gemonteerd
  • wat of wie + werkwoordelijk gezegde + onderwerp? = wat of wie heeft Nicole gemonteerd? 
  • lv = de nieuwe boekenkast

Slide 11 - Slide

Opdracht 2
2. In de soep wil de kok alle restjes groente verwerken.

  • pv = wil
  • ow = de kok
  • wg = wil verwerken
  • wat of wie + werkwoordelijk gezegde + onderwerp? = wat of wie wil de kok verwerken?
  • lv = alle restjes groente

 

Slide 12 - Slide

Opdracht 2
3. Zondagavond brengt mijn vader mij naar het station.

  • pv = brengt
  • ow = mijn vader
  • wg = brengt
  • wat of wie brengt mijn vader?
  • lv = mij

 

Slide 13 - Slide

Opdracht 2
4. De afwasmachine vertoont na tien jaar tekenen van slijtage.

  • pv = vertoont
  • ow = de afwasmachine
  • wg = vertoont
  • wat of wie vertoont de afwasmachine?
  • lv = tekenen van slijtage

 

Slide 14 - Slide

Opdracht 3
A In natuurgebied de Onlanden | moet |  je |  je hond |  aanlijnen.
                                                                     pv/wg  ow        lv                   wg

C De gemeente | heeft | een nieuwe aanpak van zwerfafval | bedacht.

               ow               pv/wg                                     lv                                           wg

D Vanmiddag | zal | onze basketbaltrainer | de teamindeling | bekendmaken.
                               pv/wg                ow                                        lv                                 wg

Slide 15 - Slide

Opdracht 4
  1. lv
  2. az (ander zinsdeel)
  3. ow
  4. az (ander zinsdeel)
  5. lv
  6. lv
  7. ow
  8. lv
  9. ow
  10. az (ander zinsdeel) 

Slide 16 - Slide

Beoordeel jezelf
Heb je de leerdoelen behaald? 





Ja > smiley
Nee > sad face + inschrijven flexuur Nederlands

Slide 17 - Slide

Wat gaan we doen?
  1. Mededelingen (2 min)
  2. Oefenen zinsdelen (10 min)
  3. Huiswerk nakijken (7 min)
  4. Poster maken van de leerstof (30 min)
  5. Vlogs kijken (20 min)

Slide 18 - Slide

Poster maken
Opdracht:
Je werkt in tweetallen.

Op een A3-papier ga je een poster maken. 
Er zijn vier opdrachten: ieder maakt twee opdrachten.

Aan het eind zijn er een paar tweetallen die hun poster presenteren.

Klaar: Ga naar www.taaloefenen.nl > zinsdelen en oefen met de zinsdelen!

Slide 19 - Slide

Grammatica zinsdelen
Werkwoordelijk gezegde:
  1. Beschrijf wat het wg is.

  2. Benoem wat er allemaal bij het wg hoort. Vergeet de uitzonderingen niet!

  3. Geef een voorbeeldzin en markeer/onderstreep het wg.
Persoonsvorm:
  1. Benoem op welke 3 manieren je de pv kan vinden.

  2. Geef bij elke manier een voorbeeld. Bedenk zelf de voorbeeldzin en onderstreep/markeer de pv.
Onderwerp
  1. Beschrijf wat er met 'onderwerp' bedoeld wordt.

  2. Geef twee verschillende voorbeeldzinnen waarin je het ow onderstreept/markeert
Lijdend voorwerp
  1. Beschrijf wat er met 'lijdend voorwerp' bedoeld wordt.

  2. Geef twee verschillende voorbeeldzinnen waarin je het lv onderstreept/markeert
timer
15:00

Slide 20 - Slide

Wat heb jij geleerd vandaag?

Slide 21 - Slide

Vlogs bekijken
Opdracht:
We bekijken met elkaar de vlogs.
Je kiest één onderdeel van punt 2 t/m 10.
Na afloop geef je een top en een tip.

Hoe: We doen het klassikaal
Wat: Een beoordelingsformulier


Slide 22 - Slide