Beschouwing Schrijfopdracht Havo 3

Schrijfopdracht Havo 3
Beschouwing
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Schrijfopdracht Havo 3
Beschouwing

Slide 1 - Slide

Wat kun je verwachten deze les?
Deze les is de instructie voor de  schrijfopdracht: Beschouwing.
De opbouw is als het volgt:
  • Eerst een stukje theorie
  • Uitleg van de opdracht
  • Bouwplan schrijven
  • Beschouwing schrijven.

Slide 2 - Slide

Eerst nog een stukje theorie
In een beschouwing bespreek je verschillende meningen over een onderwerp óf bekijk je een onderwerp van verschillende kanten. 
Het is de bedoeling dat de lezer uiteindelijk zelf bepaalt hoe hij/zij over het onderwerp denkt. 
Laat je dus niet verleiden tot het schrijven van een betoog! 

De onderwerpen lenen zich er vaak voor, maar je moet dus vermijden om je eigen mening al te expliciet naar voren te brengen. 

Slide 3 - Slide

Denk er ook om dat je je eigen woorden gebruikt en geen stukken tekst letterlijk overneemt uit artikelen en/of ander materiaal dat je hebt gevonden. 

Wel mag je gebruik maken van de gegevens die je hebt verzameld. 

Slide 4 - Slide

Beschouwingen kunnen verschillende structuren hebben, namelijk
  • vroeger-nu-structuur, 
  • voordeel-nadeel-structuur, 
  • verschijnsel-verklaring-structuur, 
  • probleem-oplossing-structuur 
  • bewering-argument-structuur. 

De structuur van de tekst
voordat je aan je tekst begint kies je dus eerst een structuur uit waarin je de tekst gaat schrijven.

Slide 5 - Slide

In de inleiding komt je vraagstelling naar voren. 
Deze vraagstelling werk je in het middenstuk uit; daar bekijk je de verschillende kanten van het onderwerp. 
In het slot vat je het geheel samen en kom je nog eens terug op je vraagstelling en schrijf je het einde zó, dat de lezer zijn of haar eigen afweging kan maken/mening kan vormen over het onderwerp.
Opbouw beschouwing.
Op de volgende slide is de opbouw van de tekst die je gaat schrijven als lay out weergegeven.

Slide 6 - Slide

Structuur van de tekst: Benoem welke structuur jij hebt gekozen 
Titel:  de titel moet een lezer nieuwsgierig maken naar de tekst, wees origineel!
 
Inleiding:  Alinea 1+2 volgens theorie op blz. 60
 Stelling: benoem de stelling 
Middenstuk:     Eerste zin (kernzin) uitwerking
 alinea 3:  argument 1 +  onderbouwing
 alinea 4:   argument 2 + onderbouwing
 alinea 5:  argument 3 + onderbouwing
 alinea 6:  argument 4 + onderbouwing
Slot
Alinea 7: Kom terug op je stelling in alinea 1, vat samen, laat de lezer zelf een afweging maken/mening vormen! Let op: gebruik de aanwijzingen in de theorie op blz. 60

Naam en klas
bouwplan: Deze voeg je later bij jouw beschouwing en daarna lever je het geheel in.






Slide 7 - Slide

De schrijfopdracht
Wat ga je doen? 
Jullie krijgen een tekst uitgereikt waarover jullie een beschouwing gaan schrijven voor een cijfer.

Hoe ga je te werk?
  • Wanneer je de tekst hebt gekregen lees je deze uiteraard eerst goed door.
  • Daarna lees je de theorie uit het boek op blz. 60 ook goed door.
  • Je kiest een structuur uit waarin jij jouw beschouwing gaat schrijven
  • Je maakt een schrijfplan/bouwplan voor je te schrijven beschouwing
  • Je gaat de beschouwing zelf met behulp van je bouwplan/ schrijven.
  • Je levert de beschouwing samen met het bouwplan/schrijfplan in.

Slide 8 - Slide

De beoordeling van je beschouwing.
Waar moet je beschouwing allemaal aan voldoen? Hieronder vind je de eisen betreffende de beoordeling van je beschouwing.
Titel:  Is er een titel geformuleerd, heeft deze betrekking op de tekst, maakt de titel de lezer nieuwsgierig en orginaliteit.
Inleiding: Is de inleiding geschreven conform de theorie uit het boek op blz. 60? 
Stelling: Is er een stelling geformuleerd? Wat is de kwaliteit van de stelling (denk hierbij aan de zinsbouw van de stelling)

Slide 9 - Slide

Middenstuk:
De eerste zin van het middenstuk is als kernzin geformuleerd.

Middenstuk de alinea's:
alinea 3 t/m 6 zijn het middenstuk van de tekst. Iedere alinea heeft een eigen argument welke een onderbouwing heeft in dezelfde alinea.
Er zijn 2 alinea's met argumenten voor en 2 alinea's met argumenten tegen.

Slide 10 - Slide

Slot: 
Alinea 7 is de afsluitende alinea. 
In deze alinea is een samenvatting opgenomen, komt de schrijver terug op zijn/haar stelling uit alinea 1. Deze alinea laat de lezer zelf een afweging maken/mening vormen en is geschreven conform de aanwijzingen op blz 60 uit je boek.

Slide 11 - Slide

Overig: 
 Er is een bouwplan gemaakt en samen met het geheel ingeleverd. De leerling heeft een structuur gekozen en deze benoemd aan het begin van de opbouw. Onderaan de tekst staan de naam en de klas opgenomen. De tekst is minimaal 500 woorden en bevat goedlopende zinnen en geen spelfouten.
De leerling heeft de lessen goed benut om aan de tekst te werken en het geheel op tijd ingeleverd via It's Learning of de mail.

Slide 12 - Slide

En hoe nu verder?
De  les van woensdag staat helemaal  in het teken van deze schrijfopdracht. Dit wil zeggen dat jullie er tijdens deze les achter de computer aan gaan werken. 
Let wel op dat je inzet, gedrag en werkhouding gedurende deze les ook in de beoordeling zijn opgenomen.
Alle benodigde informatie zoals de opdracht, de werkdocumenten en deze les als naslag staan op It's Learning.

Slide 13 - Slide

En dan tot slot, de inleverdatum.
Gezien het feit dat er a.s. dinsdag een SO op het programma staat, zal de uiterste inleverdatum aan het begin van de Meivakantie vallen. 
Uiteraard ben je meer dan vrij om deze opdracht eerder in te leveren, dit graag zelfs, maar wil ieder voldoende tijd geven zodat het product voldoende zal zijn.
Je levert je document via It's learning in of via de mail en te laat inleveren heeft consequenties voor toekenning van punten voor je cijfer.
De uiterste inleverdatum voor deze opdracht is dinsdag 25 april voor 23:59u. 

Slide 14 - Slide

Succes allemaal 

Slide 15 - Slide