3H: 7.4 de overheid ruilt over tijd (2 lessen 40 min rooster)

Welkom
De overheid
6.2 Het ene goed is het andere niet
6.3 Wie heeft er profijt van?
7.4 De overheid ruilt over de tijd
2.4 Heeft de overheid invloed?

1 / 32
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom
De overheid
6.2 Het ene goed is het andere niet
6.3 Wie heeft er profijt van?
7.4 De overheid ruilt over de tijd
2.4 Heeft de overheid invloed?

Slide 1 - Slide

Lesdoel
  • Wat is de rijksbegroting en miljoenennota
  • Hoe komt de overheid aan haar geld
  • Wat is een begrotingstekort of overschot

Slide 2 - Slide

Lesdoel 1
Wat is de rijksbegroting?

Slide 3 - Slide

Rijksbegroting en Miljoenennota
Rijksbegroting= overzicht van alle de verwachten inkomsten en uitgaven 


Miljoenennota= een samenvatting van de rijksbegroting

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Rekenopdracht
1. Bereken de directe belasting inkomsten als percentage van totale inkomsten van het rijk.

2. Hoeveel procent van de totale uitgave gaat naar de zorg en sociale zekerheid samen? 


timer
4:00

Slide 6 - Slide

Lesdoel 2
hoe komt de overheid aan haar geld

Slide 7 - Slide

Inkomsten voor het Rijk
  • Directe belastingen
  • Indirecte belastingen
  • Sociale premies
  • Niet-belasting ontvangsten (aardgas, boetes)

Slide 8 - Slide

Direct vs indirect belastingen

Slide 9 - Slide

Soorten belasting
  • Loon- en Inkomstenbelasting
  • Vennootschapsbelasting
  • Dividendbelasting
  • BTW
  • Accijnzen

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Sociale verzekeringen
Werknemersverzekeringen:

Mensen in loondienst
  
De belangrijkste:
- WW
- WIA
Volksverzekeringen:

Alle inwoners van Nederland

De belangrijkste: 
-AOW

Slide 12 - Slide

Maken opgave 28 t/m 33 blz. 196
Klaar? Maken herhalingsopdracht van 7.4 9-10 blz. 205

Slide 13 - Slide

Welkom
De overheid
6.2 Het ene goed is het andere niet
6.3 Wie heeft er profijt van?
7.4 De overheid ruilt over de tijd
2.4 Heeft de overheid invloed?

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Lesdoel 3
Wat is een begrotingstekort- of overschot

Slide 16 - Slide

Begrotingstekort & -overschot
Begrotingstekort =    uitgaven > inkomsten
 

  • Geld lenen
  • Bezuinigen
  • Belastingen verhogen
Begrotingsoverschot =    uitgaven < inkomsten
 

  • Schuld aflossen
  • Meer uitgeven

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Link

Slide 20 - Video

Staatschuld
  • Staatsschuld groeit door lenen
  • Staatsschuld neemt af door aflossen van de schuld

2023 => 5 mrd aan rente


Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Samenvatting
  • wat is de rijksbegroting en miljoenennota
  • hoe komt de overheid aan haar geld
  • wat is een begrotingstekort of overschot

Slide 23 - Slide

De miljoenennota is een:
A
Uitkering
B
Toelichting op de financiële begroting
C
Toelichting op de rijksbegroting
D
Een briefje van 1 miljoen

Slide 24 - Quiz

Een overzicht van de verwachte inkomsten en uitgaven voor het komende jaar.
A
Rijksbegroting
B
Miljoenennota

Slide 25 - Quiz

Wat doet de overheid niet om een begrotingstekort op te vangen?
A
Bezuinigen
B
Belastingen verhogen
C
Lenen
D
Staatsschuld aflossen

Slide 26 - Quiz

Bereken directe belasting inkomsten als percentage van totale inkomsten van het rijk.
A
61,2%
B
30,6%
C
30,5%
D
30,7%

Slide 27 - Quiz

Bij welke sociale verzekering hoort de WW (werkloosheidswet) ?
A
volksverzekering
B
sociale voorzieningen
C
werknemersverzekering
D
AOW

Slide 28 - Quiz

Wat is het verschil tussen sociale verzekeringen en sociale voorzieningen?
A
Sociale verzekeringen worden betaald uit premies en sociale voorzieningen worden betaald uit belastingontvangsten
B
Sociale verzekeringen zijn voor alle inwoners en sociale voorzieningen alleen voor mensen in loondienst
C
Sociale verzekeringen bestaan uit werknemersverzekeringen en sociale voorzieningen uit volksverzekeringen
D
Sociale verzekeringen gaan uit van het solidariteitsbeginsel en sociale voorzieningen niet

Slide 29 - Quiz

Waaruit bestaat de sociale verzekeringen?
A
zorgverzekering
B
Werknemersverzekeringen en volksverzekeringen
C
Sociale voorzieningen en sociale verzekeringen
D
Verzorgingsstaat

Slide 30 - Quiz

Sociale verzekeringen worden betaald met
A
Belastingen
B
Uitkeringen
C
Boetes
D
Premies

Slide 31 - Quiz

Maken 7.4 28 t/m 36 blz. 196
Klaar? Maken herhalingsopdracht 9 t/m 11 blz. 205

Huiswerk volgende week = 
7.4: 28 t/m 36 + Herhalingsopdracht: 9 t/m 11

Slide 32 - Slide