e6-H.3-wrdscht.-vaste voorzetsels/ vz uitdrukkingen- havo 2

Wat moeten jullie straks kennen en kunnen?


Oftewel, wat is het doel van deze les?

Na deze les kun je vaste voorzetsels en voorzetseluitdrukkingen herkennen, begrijpen en gebruiken




H.3 blz. 88




1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Wat moeten jullie straks kennen en kunnen?


Oftewel, wat is het doel van deze les?

Na deze les kun je vaste voorzetsels en voorzetseluitdrukkingen herkennen, begrijpen en gebruiken




H.3 blz. 88




Slide 1 - Slide

Vaste voorzetsels komen voor bij:
werkwoorden, zoals afhangen van en kennismaken met.

De betekenis van een werkwoord verandert soms als het gecombineerd wordt met een vast voorzetsel:
– rekenen: Op de basisschool leer je rekenen. (sommen maken)
– rekenen op: Ik kan altijd op mijn vrienden rekenen. (vertrouwen)

Slide 2 - Slide

combinaties van zelfstandig naamwoord + werkwoord; denk aan bezwaar hebben tegen en gebrek hebben aan.
combinaties van bijvoeglijk naamwoord en werkwoord, zoals bang zijn voor, blij zijn met en dol zijn op.

Slide 3 - Slide

Voorzetseluitdrukkingen zijn woordcombinaties als door middel van en in verband met. Vaak kun je zo’n uitdrukking vervangen door een voorzetsel:
door middel van → door, met
in verband met → door, wegens

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Link

Aan de slag

Slide 6 - Slide

Maken in groepjes van 3:
H.3  blz. 88
startopdr.
opdr. 1 t/m 5

Iedere leerling zet de antwoorden in zijn eigen schrift!

Slide 7 - Slide

H2A-2021

Slide 8 - Slide

                                          H2B-2021

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide