Muzieknotatie

Muzieknotatie

Leerdoelen

Aan het einde van de les kun je:
- De verschillende toonduur van noten en rusten identificeren
- De toonhoogte op een notenbalk lezen en begrijpen
- Een kruis en een mol herkennen en begrijpen wat hun functie is
- Verschillende maatsoorten identificeren en begrijpen

Wat weet je al over muzieknotatie?

Notenoverzicht

Dit notenoverzicht geeft een overzicht van de basisprincipes van muzieknotatie. Het behandelt de toonduur van noten en rusten, met inbegrip van hele, halve, kwart, achtste en zestiende noten en rusten. Daarnaast gaat het over de toonhoogte, met uitleg over de notenbalk en de G-sleutel. Het legt ook uit hoe een kruis een noot verhoogt en een mol een noot verlaagt. Ten slotte bespreekt het verschillende maatsoorten, zoals de vierkwartsmaat en de driekwartsmaat.

Toonduur van noten en rusten

• Toonduur: de lengte van een noot of rust in muziek

Lezen en begrijpen van toonhoogte op een notenbalk

• Notenbalk: een systeem van vijf lijnen waarop muzieknoten worden geschreven
• G-sleutel: een symbool dat aangeeft waar de G-noot op de notenbalk staat

Functie van kruis en mol in muzieknotatie

• Kruis: een teken dat aangeeft dat een noot met een halve toon wordt verhoogd
• Mol: een teken dat aangeeft dat een noot met een halve toon wordt verlaagd

Identificatie en begrip van verschillende maatsoorten

• Maatsoort: de maat waarin een muziekstuk wordt gespeeld, aangegeven door maatcijfers en maatstrepen

Notenoverzicht

Toonduur: de lengte van een noot of rust in muziek
Toonhoogte: hoe hoog of laag een noot klinkt
Notenbalk: een systeem van vijf lijnen waarop muzieknoten worden geschreven
G-sleutel: een symbool dat aangeeft waar de G-noot op de notenbalk staat
Kruis: een teken dat aangeeft dat een noot met een halve toon wordt verhoogd
Mol: een teken dat aangeeft dat een noot met een halve toon wordt verlaagd
Maatsoort: de maat waarin een muziekstuk wordt gespeeld, aangegeven door maatcijfers en maatstrepen

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.