Les 28/03/2022

Lezen H4 les 3
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Lezen H4 les 3

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

10 minuten lezen
Leg je huiswerk (opdracht 2 blz 104) op de hoek van je tafel. 

Slide 4 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
- Huiswerk bespreken 
- Herhaling theorie 
- Terugblik vorige lessen
- Werken aan de opdracht 



Slide 5 - Slide

Huiswerk: opdracht 2 blz 104

Slide 6 - Slide

Chronologisch verband
Dit verband beschrijft gebeurtenissen in de juiste tijdsvolgorde.

Signaalwoorden die hierbij horen:
  • Vroeger, later, nu, eerst, daarna... 
  • Jaartallen en data 


Slide 7 - Slide

Opsommend verband 
In een opsommend verband worden dingen achter elkaar opgenoemd.

Signaalwoorden die hierbij horen:
  • Ten eerste, om te beginnen, verder, ook, en, niet alleen ...
  • Liggende streepjes (-), getallen of 'dots' 

Slide 8 - Slide

Tegenstellend verband
In een tegenstellend verband worden tegenovergestelde zaken genoemd. 

Signaalwoorden die hierbij horen:
  • Maar, tegenover, toch, echter, hoewel, ondanks dat, aan de ene kant ... aan de andere kant

Slide 9 - Slide

Toelichtend verband
In een toelichtend verband wordt extra informatie gegeven bij een onderwerp, vaak in de vorm van een voorbeeld. 

Signaalwoorden die hierbij horen:
  • Bijvoorbeeld, zo, als, zoals, denk aan, neem nou 

Slide 10 - Slide

Terugblik vorige lessen
Schrijf een kort verhaal over jouw weekend. Gebruik in jouw verhaal minimaal 4 signaalwoorden van de verbanden die je hebt geleerd. 

4 minuten de tijd

Slide 11 - Slide

Tekst 5 op bladzijde 107

Slide 12 - Slide

Werken aan de opdracht
Wat? Opdracht 4 (bladzijde 106)
Hoe? Zelfstandig en stil 
Tijd? 10 minuten
Wanneer? Huiswerk voor 4 april
Vragen? Wacht met stellen totdat ik langs loop
Klaar? Werk verder aan ander huiswerk of lees uit je leesboek

Slide 13 - Slide

Wat weet ik?
Schrijf voor jezelf op:

Kies twee verbanden (maakt niet uit welke). Maak een zin waarin een signaal woord van dat verband in staat. Je schrijft uiteindelijk dus twee zinnen op.

Chronologisch verband
Opsommend verband
Tegenstellend verband
Toelichtend verband  

Slide 14 - Slide

Huiswerk
Opdracht 4 (Lezen H4 - blz 106) moet op maandag 4 april 2022 af zijn.

Schrijf dit op in je plenda. 

Slide 15 - Slide