Chapitre 1, bron A + grammaire

• Frans
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Au programme

1. Inleveropdracht: rectificatie
2. Répéter la grammaire
3. petit teste du vocabulaire

Les buts:

• Ik kan iemand verstaan die zich in het Frans voorstelt. 
• Ik kan aan een woord zien of het mannelijk, vrouwelijk of meervoud is. 
• Ik ken de woorden uit Vocabulaire A
• Ik kan het werkwoord être toepassen in een eenvoudige zin. 

Het lidwoord 'le' is:

1. mannelijk
2. vrouwelijk
3. meervoud
4. onzijdig

Wat is de Franse betekenis van 'hij is'?

1. elle est
2. nous sommes
3. vous êtes
4. il est

00:05

Welke zin kun jij gebruiken om Elodie voor te stellen?

1. Je suis Élodie
2. Tu es Élodie
3. Elle est Élodie
4. Nous sommes Élodie

00:12

Hoe zegt Élodie hoe oud ze is?

1. Je suis vingt-neuf ans
2. J'ai vingt-neuf ans
3. J'ai vingt ans
4. Je suis vingt ans.

00:15

Wat is het beroep van Élodie?

1. leraar Duits
2. leraar Nederlands
3. Leraar Frans
4. franse basisschool juf

00:39

Waar houdt Élodie van? Noteer zoveel mogelijk dingen.

00:51

Élodie houdt niet van melk (le lait) en van:

1. wolken
2. regen
3. onweer
4. zon

La table, la chaise, une amie
Deze woorden zijn:

1. Mannelijk
2. Vrouwelijk
3. Onzijdig
4. Meervoud

Welk onbepaald lidwoord hoort bij 'les'?

Goformative

Wij zijn

Ik ben

Zij is

Zij zijn

Nous sommes

Je suis

Elle est

Ils sont

Elles sont

On est