6.2 Centrummaten

Welke vermenigvuldigingsfactor hoort bij 18%?
Welke vermenigvuldigingsfactor hoort bij 108%?
Welke vermenigvuldigingsfactor hoort bij 8%?
0,08
1,08
0,18
1 / 15
next
Slide 1: Drag question
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Welke vermenigvuldigingsfactor hoort bij 18%?
Welke vermenigvuldigingsfactor hoort bij 108%?
Welke vermenigvuldigingsfactor hoort bij 8%?
0,08
1,08
0,18

Slide 1 - Drag question

Turven
  • Het is handig om resultaten in een overzicht te zetten. Een van de manieren waarop je dat kunt doen is door een turftabel te tekenen. 

  • Streepjes zetten is namelijk een handige manier om te tellen. Je raakt daardoor de tel niet kwijt. Streepjes zetten noemen we turven. Het vijfde streepje is een dwarsstreepje door de vier voorgaande streepjes.

  • De tabel waarin de streepjes staan heet een turftabel. Als je klaar bent tel je de turven. De resultaten staan achterin de turftabel.

Slide 2 - Slide

Voorbeeld (1)
Voor een proefwerk biologie zijn de volgende cijfers gehaald:



Maak hierbij een turftabel.

Slide 3 - Slide

Voorbeeld (2)
- Teken een tabel zoals hiernaast.
- Ga daarna alle getallen bij langs 
   (het zijn twee rijen met cijfers) en 
   zet een streepje achter het cijfer.
- Tel het aantal streepjes op.
- Noteer onderaan het totaal 
   aantal streepjes.

Slide 4 - Slide

Je krijgt dan deze tabel.

Slide 5 - Slide

Gemiddelde uit tabel
Uit een tabel kun je ook een
gemiddelde berekenen.

- Bereken het totaal aantal huisdieren (Dus 0 x 8 + 1 x 5 + ... etc.)
- Tel het aantal leerlingen bij elkaar op
- Maak de deling

Slide 6 - Slide

Gemiddelde uit tabel
0 x 8 + 1 x 5 + 2 x 3 + 3 x 4 =23 (aantal huisdieren)
8 + 5 + 3 + 4 = 20 (aantal leerlingen)
23 : 20 = 1,2 (gemiddelde)

Slide 7 - Slide

Gemiddelde 
Je kunt het gemiddelde van de klas nu ook berekenen.

- Tel alle cijfers bij elkaar op 
   (dus 4 x 3 + 5 x 5 + 6 x 7 + ... etc.)
- Deel dit getal door het aantal 
   leerlingen in de klas (28).
- Je krijgt dan 181 : 28 = 6,4642857142
- Dus het gemiddelde is een 6,5

Slide 8 - Slide

Gemiddelde
Het gemiddelde is een van de centrummaten. Deze maten geven het midden aan van een rij getallen.

Hoe bereken je het gemiddelde van een rij cijfers?

- Tel de cijfers bij elkaar op
- Tel het aantal cijfers
- Maak de deling

Slide 9 - Slide

Voorbeeld
3  7  6  9  7  6

3 + 7 + 6 + 9 + 7 + 6 = 38
Het zijn 6 cijfers
38 : 6 =6,3

Staat er niks over afronden in de opgave? Rond dan af op één decimaal!

Slide 10 - Slide

Gewogen gemiddelde
Op school tellen niet alle cijfers even zwaar mee.
SO tellen vaak maar 1x mee, repetities 2x. 
Hoe vaak een toets mee telt, dan heet het gewicht van de toets.
Je moet zo'n cijfer dan ook vaker mee tellen als je het gemiddelde wilt berekenen.

Slide 11 - Slide

Voorbeeld
Cijfers:
6,3 (1x)
7,2 (2x)
4,3 (2x)

6,3 + 7,2 x 2 + 4,3 x 2 = 29,3
Totaal van de gewichten = 1 + 2 + 2 = 5
Gemiddelde cijfer = 29,3 : 5 = 5,9

Slide 12 - Slide

Wat is het gemiddelde van de volgende cijfers?
6,5 7,3 4,6
A
4,6
B
6,2
C
18,4
D
6,1

Slide 13 - Quiz

Wat is het gemiddelde van de volgende cijfers?
5,6 (2x) 6,7 (2x) 9,3 (1x)
A
6,7
B
7,2
C
6,8
D
4,3

Slide 14 - Quiz

Huiswerk
Maken opgave 18 t/m 27
Blz. 67-72

Slide 15 - Slide