Hoofdletters en leestekens

Hoofdletters en leestekens
BBL leerjaar 1
Roosendaal & Breda
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1-4

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Hoofdletters en leestekens
BBL leerjaar 1
Roosendaal & Breda

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Je weet:
  • Wanneer je een hoofdletter gebruikt
  • Wanneer je een punt, komma, vraagteken, uitroepteken, dubbele punt, puntkomma en aanhalingstekens gebruikt

Slide 2 - Slide

Hoofdletter
1. Bij het eerste woord van de zin
2. Namen
3.  Aardrijkskundige namen en talen en  afleidingen daarvan

Slide 3 - Slide

Géén hoofdletter
  1. samenstellingen met feestdagen: een kerstcadeautje, het paasweekend
  2. windstreken: het zuiden, in het noordoosten
  3. namen van seizoenen, maanden en dagen: de lente, in augustus, op zaterdag
  4. functiebenamingen en titels: de minister, prinses Amalia, professor Sickbock (dus ook: prof. Sickbock)
  5. formele aanduidingen bij personen: u, uw
  6. periodes: de middeleeuwen, de ijstijd
  7. religieuze stromingen en afleidingen daarvan: de islam, het christendom, het katholicisme, een katholiek
  8. schoolsoorten: het vmbo, de havo, het roc (wel in eigennaam: ROC Friese Poort)

Slide 4 - Slide

welk woord is goed geschreven als je kijkt naar hoofdlettergebruik?
A
simone
B
Christendom
C
Augustus
D
zuidwesten

Slide 5 - Quiz

De punt

Slide 6 - Slide

De komma

Slide 7 - Slide

Vraagteken en uitroepteken

Slide 8 - Slide

De ex-collega met wie ik enkele jaren heb samengewerkt (...) heeft een nieuwe baan voor mij geregeld.
A
.
B
,
C
!
D
?

Slide 9 - Quiz

De dubbele punt

Slide 10 - Slide

De puntkomma

Slide 11 - Slide

Aanhalingstekens

Slide 12 - Slide

Zelfstudie
Ga zelfstandig door de theorie over apostrof, trema, accent en weglatingsstreepje

Volgende les staan we hier klassikaal nog bij stil!

Slide 13 - Slide

Huiswerk
3.1:  Opdracht  1 tot en met 5


• 3.2

 Opdracht 1 tot en met 13 (met uitzondering van de extra opdrachten)



Slide 14 - Slide