H6 Bron f lezen

Bonjour tout le monde!
Comment ça va aujourd'hui?
👍🏼
👋🏻
👎🏻
1 / 32
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Bonjour tout le monde!
Comment ça va aujourd'hui?
👍🏼
👋🏻
👎🏻

Slide 1 - Slide

au programme aujourd'hui
  1. Dictee
  2. Lire
  3. Slim stampen

Slide 2 - Slide

rétrospective - phrases-clés
-> je kunt de weg vragen en de weg wijzen - exercice 5 minutes 
check
-> je kunt vertellen waar je woont en wat je gaat doen - 5 min
check

Slide 3 - Slide

Demander et indiquer le chemin 
Vous pouvez m'aider, s'il vous plaît? - Kunt u mij alstublieft helpen?

Nous cherchons le cinéma.
Aller tout droit - rechtdoor 
Tourner à droite - naar rechts gaan
Tourner à gauche - naar links gaan
Continuer - doorgaan
Traverser - oversteken



 

Slide 4 - Slide

hoe zou de mondeling eruit kunnen zien?
docent vraagt:              

jij zegt bijvoorbeeld:             OF             OF              (OF iets anders)

de docent zou door kunnen vragen:               OF              OF            

jij antwoordt bijvoorbeeld:                OF                   OF 
tu es ici
bron C - page 58

1 e
xcuse moi, je cherche
   ........................

2 c'est .......................


1 tu peux répéter?

2 .............................

1 c'est loin? c'est près?


2 oui, c'est à................. 
    non, c'est à.....


1 alors on y va ...............




















Leerling



Docent
timer
5:00

Slide 5 - Slide

hoe zou de mondeling eruit kunnen zien?
docent vraagt:              

jij zegt bijvoorbeeld:             OF             OF              (OF iets anders)

de docent zou door kunnen vragen:               OF              OF            

jij antwoordt bijvoorbeeld:                OF                   OF 
tu es ici

Slide 6 - Slide

BRON G - PAGE 72

1 tu habites où?

2 j'habite à.......

1 tu aimes .......?

2 oui, parce que... | non, parce que.....

1 on va .........?

2 oui, on va ......... dans mon quartier
  il y a .......

1 comment tu vas ........

2 on va ....... en/à.......

1 qu'est-ce qu'on va faire après?

2 on va...........

timer
5:00

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

F- lire - BUTS
Aan het eind van deze paragraaf:
  1. kun je een forum over verhuizen begrijpen
  2. ken je woorden die te maken hebben met je omgeving
  3. herken je de structuur van een tekst: inleiding, middenstuk, slot

Slide 9 - Slide

exercice 22
Voor deze opdracht moet je de cijfers invullen in de tabel.
Ga na bladzijde 64 om erachter te komen welke cijfers in Parijs horen.

Slide 10 - Slide

lis le tuyau (lees de tip)
et fais l'exercice 23b page 69

Slide 11 - Slide

page 69
Je hebt de tekst 'Paris versus la banlieue... Les avantages et les inconvéniants' globaal gelezen.

Houd de tekst bij de hand en beantwoord de komende 10 vragen over de inleiding, middenstuk en slot van de tekst

Slide 12 - Slide

1 vragen over de inleiding
Wie schrijf deze blog?

Slide 13 - Open question

2 vragen over de inleiding
Waarom schrijft hij deze blog?

Slide 14 - Open question

3 vragen over het middenstuk
Wat is er bij hem in de straat?

Slide 15 - Open question

4 vragen over het middenstuk
Wat is er in zijn wijk?

Slide 16 - Open question

5 vragen over het middenstuk
Wat vindt hij leuk in Parijs?

Slide 17 - Open question

6 vragen over het middenstuk
Wat vindt hij minder leuk in Parijs?

Slide 18 - Open question

7 vragen over het middenstuk
Wat vindt hij leuk in de banlieue?

Slide 19 - Open question

8 vragen over het middenstuk
Wat vindt hij het leukst?

Slide 20 - Open question

9 vragen over het middenstuk
Wat vindt hij het minst leuk?

Slide 21 - Open question

10 vragen over het slot
Waarom wil hij in Parijs blijven?

Slide 22 - Open question

Maak nu de rest van de opdrachten

-> exercices 23d, 24ab, 25
tip: gebruik de vocabulairelijsten op blz 78-79 als je woorden (nog) niet kent.

Klaar? Slim stampen (voca F)

Slide 23 - Slide

CHECK
wat waren de 3 leerdoelen van bron F?

Slide 24 - Open question

H grammaire et écrire - BUTS
Aan het eind van deze paragraaf:
  1. kun je een tekst schrijven over jezelf
  2. kun je het werkwoord aller en de futur proche gebruiken

Slide 25 - Slide

lees mee - exercice 29b - page 74

Slide 26 - Slide

maak opdrachten 29cde - p75
Bij opdracht 29c moet je alle vormen van de verbe aller onderstrepen in de tekst van het lied

Slide 27 - Slide

lees mee - exercice 30a - page 75

Slide 28 - Slide

maak nu de rest van de opdrachten

-> exercices 30bc, 31, 32a

Slide 29 - Slide

CHECK
wat zijn de 2 leerdoelen van bron H?

Slide 30 - Open question

Slide 31 - Slide

Bonne chance!

questions? -> a.suringar@reviaanwijk.nl

 bonne semaine et à mercredi 14 avril
🍀

Slide 32 - Slide