Herhaling H2 inkomen en rondkomen (3T)

Herhaling H2
inkomen en rondkomen 
1 / 33
next
Slide 1: Slide
TechniekVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Herhaling H2
inkomen en rondkomen 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Inkomen

Slide 2 - Mind map

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Je hebt een baan = inkomen uit
A
winst/verlies
B
uitkering
C
loon
D
huur

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Je hebt kleine kinderen

inkomen uit:
A
loon
B
dividend
C
kinderbijslag
D
studiebeurs

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Je hebt aandelen


A
loon
B
studiebeurs
C
uitkering
D
dividend

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

je verhuurt een huis
A
rente
B
winst/verlies
C
huur
D
uitkering

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Loon

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Wat is het verschil tussen je bruto en nettoloon?

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Wat heeft invloed op de hoogte van je inkomen?

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Soorten uitgaven

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Het huishoudgeld dat wordt uitgegeven aan dagelijkse uitgaven zoals eten en schoonmaak.
A
dagelijkse uitgaven
B
incidentele uitgaven
C
vaste lasten

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

incidentele uitgaven

Slide 13 - Mind map

This item has no instructions

vaste lasten

Slide 14 - Mind map

This item has no instructions

Wat is een begroting?

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

Reserveren
toekomstige vervangingswaarde - restwaarde / gebruiksduur 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

iemand heeft een auto met een waarde van 18.000
over vier jaar wil hij een nieuwe auto kopen die dan waarschijnlijk 20.000 kost.
hij verwacht voor zijn auto nog 8000 te krijgen. 

welk bedrag moet hij per jaar reserveren om over vier jaar een nieuwe auto te kopen?

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Stap 1 : 
Wat is de toekomstige vervangwaarde?

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Stap 2
Bepaal de restwaarde

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

stap 3
bepaal de gebruikersduur

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

stap 4
vol de formule in:
toekomstige vervangingswaarde - restwaarde / gebruiksduur 

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

in welke zin staan alleen vaste lasten?
A
stofzuiger, boodschappen, telefoonabonnement
B
huur, lidmaatschap sportschool, autoverzekering
C
telefoonabonnement, huur, vakantie
D
winterjas, beltegoed, tijdschrift, abonnement

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Sparen

Slide 23 - Mind map

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

Een deposito heeft een vaste rente, die meestal hoger is dan die van een gewone spaarrekening. Daar staat tegenover dat je in principe niet over je geld kunt beschikken, zolang de deposito loopt. Wil je toch geld opnemen? Dan betaal je een boete over het bedrag dat je opneemt
Wat is het risico van geld beleggen in aandelen?

Slide 25 - Open question

This item has no instructions

Wat wordt er bedoel met koopkracht?

Slide 26 - Open question

This item has no instructions

Geld lenen

Slide 27 - Mind map

This item has no instructions

Er zijn 3 leenmotieven (redenen om geld te lenen):

  1. Aanschaf duurzaam consumptiegoed
  2. Opvangen onverwachte tegenslagen
  3. Opvangen tijdelijk tekort aan geld.

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Leg uit: geld lenen kost geld.

Slide 29 - Open question

This item has no instructions

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Welke lening sluit je af bij het kopen van een huis?
A
persoonlijke lening
B
doorlopend krediet
C
hypothecaire lening
D
creditcard

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

welke lening sluit je af als je altijd een bepaald bedrag mag opnemen van de bank?
A
hypothecaire lening
B
persoonlijke lening
C
huurkoop
D
doorlopend krediet

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

welke lening sluit je af indien je een tv koopt en deze in termijnen afbetaald?
A
huurkoop
B
creditcard
C
persoonlijke lening
D
doorlopend krediet

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions