What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
(WEEK12, 19-03) Past Simple & Aanwijzende Vnw.
Before we start,
what do you remember about..
1 / 22
next
Slide 1:
Slide
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
This lesson contains
22 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Before we start,
what do you remember about..
Slide 1 - Slide
the Present Simple?
Slide 2 - Mind map
When do you use
the Present Simple?
A
Wanneer iets altijd, nooit of regelmatig gebeurt.
B
Wanneer iets op dit moment aan de gang is.
C
Wanneer iets in het verleden is gebeurt.
D
Wanneer iets in het verleden aan de gang was.
Slide 3 - Quiz
Which sentence is a form of the Present Simple?
A
Have you ever eaten these chips before?
B
I love your new shoes!
C
I am calling my dad right away.
D
It happened yesterday, I feel really bad.
Slide 4 - Quiz
"
Past
" means
verleden(tijd)..
Slide 5 - Slide
When do you use the Past Simple?
Je gebruikt de
Past Simple
wanneer..
Iets in het verleden is gebeurd;
De actie is afgesloten, niet meer bezig;
Het is belangrijk wanneer het is gebeurd, er staat dus altijd een tijdsbepaling bij.
I walked to school last week.
Slide 6 - Slide
Wat is een verledingtijdsbepaling?
A
Right now
B
Tomorrow
C
Regularly
D
This morning
Slide 7 - Quiz
How do you form the Past Simple?
Slide 8 - Slide
How do you form the Past Simple?
+
I
played
soccer yesterday.
-
I
did not (didn't) play
soccer yesterday.
? Did
you
play
soccer yesterday?
werkwoord + ed
did + not + werkwoord
Did + werkwoord
Slide 9 - Slide
How do you form the Past Simple?
"TO BE" & "TO HAVE"
Onderwerp. Werkwoord "BE". Werkwoord "HAVE".
I
WAS HAD
You
WERE HAD
He / She / It
WAS HAD
We
WERE HAD
You
WERE HAD
They
WERE HAD
Slide 10 - Slide
How do you form the Past Simple?
"TO BE" & "TO HAVE"
TO BE
-
You
weren't
happy. She
wasn't
on holiday.
?
Were
you happy?
Was
she on holiday?
TO HAVE
-
I
did not (didn't) have
time last night.
?
Did
you
have
a nice holiday?
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Video
Let's see if you can do this..
! Vul alleen in wat op de puntjes moet en kort niet af.
Slide 13 - Slide
When do you use
the Past Simple?
A
Wanneer iets altijd, nooit of regelmatig gebeurt.
B
Wanneer iets op dit moment aan de gang is.
C
Wanneer iets in het verleden is gebeurt.
D
Wanneer iets in het verleden aan de gang was.
Slide 14 - Quiz
Use the Past Simple.
"Our teacher ... (to talk) about Harry Potter."
Slide 15 - Open question
Use the Past Simple.
"... you ... (to see) Harry Potter last week?"
Slide 16 - Open question
Use the Past Simple.
"No, I ... (not / to see) Harry Potter last week."
Slide 17 - Open question
Use the Past Simple.
"My sister ... (to love) it."
Slide 18 - Open question
Ben je nu in staat om de Past Simple te kunnen gebruiken?
A
Ja!
B
Jawel, maar ik ga nog even oefenen.
C
Jawel, maar ik zou dit graag nog eens samen willen herhalen.
D
Ik snap er niks van.
Slide 19 - Quiz
All Right! How about using
this, that, these
and
those
?
Ga naar de volgende pagina voor een herhaling van deze uitleg.
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Get to work on
WEEK 12
Slide 22 - Slide
More lessons like this
(WEEK12, 23-03) Past Simple
March 2020
- Lesson with
26 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
(WEEK 19) Past Simple
May 2021
- Lesson with
22 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
(WEEK24, 09/11-06) Past Simple
June 2020
- Lesson with
18 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Past Simple
June 2022
- Lesson with
30 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Past Simple Questions & Negations
June 2022
- Lesson with
28 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 2
Past Simple
November 2023
- Lesson with
17 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
2.3 Past Simple
November 2020
- Lesson with
21 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
2.3 Past Simple
August 2023
- Lesson with
22 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2