Spelling werkwoorden H4

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Spelling werkwoorden

Neem voor je bladzijde 126

Lesdoel: Wij gaan oefenen met voltooide en onvoltooide deelwoorden.

Startopdracht

Op de volgende dia vul je de antwoorden in van de startopdracht, succes!

In welke zinnen zie je aan het onderstreepte werkwoord dat de gebeurtenis al afgelopen is?

De theorie

We gaan samen de theorie lezen en kijken naar de instructievideo. 

Daarna nemen we samen de vragen door.

Opdracht 1:
Noteer het voltooid deelwoord van: boffen, groeien en harken.

Wat gaan we maken:

We maken vandaag: opdracht 1, 2, 3 en 4

Klaar? Dan probeer je de *5 opdracht of ga je lezen 

Nakijken opdracht 1

1 geboft

2 gegroeid

3 geharkt

4 geklopt

5 gekucht

6 gemaaid

7 geplukt

8 gestaakt

9 gevist

10 gezaagd

Nakijken opdracht 2

1 nadenken – zitten

2 Bijvoorbeeld:

Ik vind het nogal berekenend van Jos dat hij vlak voor zijn vakantie de verkering met Ellen heeft uitgemaakt.

Dromend van zijn vriendinnetje staarde Alex uit het raam van de coupé.

Het kleine meisje kwam huilend naar huis, omdat ze bij een val haar knie had geschaafd.

Een gewonde soldaat strompelde kermend van de pijn het hospitaal binnen.

De filosoof keek nadenkend uit het raam van zijn studeerkamer.

Elke vraag die de rechter stelde beantwoordde de verdachte ontkennend.

De gepensioneerden zaten elke dag urenlang vissend aan de waterkant.

Moeder waakte vele nachten zittend naast het bed van haar zieke zoon.

Opdracht 2.3

3 Bijvoorbeeld:

Heeft de baas de kosten wel juist berekend?

Dat had je gedroomd!

Onze baby heeft de hele avond gehuild.

Toen de soldaat geraakt was door een kogel, heeft hij urenlang gekermd van de pijn.

Heeft u al nagedacht over een bestemming voor de zomervakantie?

De verdachte heeft elke vorm van betrokkenheid bij de inbraak ontkend.

In de nacht van vrijdag op zaterdag heeft mijn vader op paling gevist.

Heeft je oom ook in de gevangenis gezeten?

Opdracht 3

1 od – Vluchtend, vd – geraakt

2 od – tergend, vd – gewandeld

3 od – banend, od – zoekend

4 vd – opgehouden, vd – gemist

5 vd – gekneusd, od – steunend

6 od – hoestend, vd gerend

Opdracht 4

1 vd – ontkend

2 pvtt- bestelt

3 vd – omringd

4 vd – beloofd, pvtt – vertelt

5 vd – besteld, pvtt – betreurt

6 pvtt – bepaalt, vd – bestudeerd

Opdracht 5  

1 2

Bijvoorbeeld:                                                   Bijvoorbeeld:

Verbazen                                                           ontdekken

Ontroven                                                            verpesten

Beklagen                                                            beseffen

Herstellen                                                          herkansen