1.4 Celorganellen

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

1.4 Celorganellen

Voorkennisvragen

1. Wat zit er in de celkern?

2. Wat is de taak van het celmembraan?

3. Wat is de taak van de bladgroenkorrels in plantencellen?

4. Welke drie type plastiden zijn er?

Leerdoelen

- Je kunt de cel beschrijven als een zelfstandig functionerende biologische eenheid

- Je kunt de verschillende celorganellen herkennen en hun functies benoemen

Welke organellen gaan we bekijken:

• Celkern
• Endoplasmatisch reticulum (Ruw en glad)
• Golgisysteem
• Mitochondriën
• Bladgroenkorrels/chloroplasten
• Membranen
  

Deze les:

Teken mee op je aantekeningenblad en vul de tabel van het blad aan tijdens de uitleg.

Bewaar het blad in je boek om straks overzichtelijk te kunnen leren. 

Zelfstandig werken

Opdracht 33 en 34 van het boek

0

0

Celkern

• Kernmembraan
• Kernplasma
• Kernporiën
• Chromosomen
• Kernlichaam
  

Endoplasmatisch reticulum

Golgisysteem en lysosoom

• Golgi-systeem ontvangt eiwitten van E.R., bewerkt ze en stuurt ze door (in of uit de cel)
• verpakt stoffen in blaasjes (lysosomen=insnoeringen van eigen membraan)
• bevat allerlei soorten enzymen (voor elke reactie een ander enzym)

1.4 Celorganellen (Les 2)

Welkom! Pak je wisbordje erbij en beantwoord de volgende vragen:

1.  Wat is de hoofdtaak van de cel?

2. Wat is de taak van het endoplasmatisch reticulum?

3. Wat is de taak van de ribosomen?

4. Waar gaan de blaasjes met eiwitten die vanaf het ER komen naar toe?

Vandaag

Uitleg Mitochondriën, Bladgroenkorrels, lysosomen en membranen

Aan de slag met opdrachten en formulier celfuncties

Energie opgeslagen in ATP

Klik hier voor verdere uitleg

Klik hier voor verdere uitleg

Klik hier voor verdere uitleg

Maak de opdrachten  35 t/m 41

Wat was je score?

Maak deze opdracht 

Wat was je score?

Onderdelen dierlijke cel opdracht

Wat was je score?

Functies celorganellen

Wat was je score?

Elektronen microscopie foto's 

Exit ticket

Wat is het verschil tussen een endosoom en een lysosoom?

1.4 Membranen

Geef van de volgende stellingen of ze juist of onjuist zijn op je wisbordje:

1. Ribosomen maken de eiwitten
2. Het DNA in de celkern bepaald welke eiwitten de cel gaat maken
3. Het gladde ER bewerkt eiwitten en verpakt ze in blaasjes
4. Alle cellen, ongeacht van welk soort organisme (schimmels, bacteriën, dieren of planten) ze afkomen, bevatten ribosomen.
5. Blaasjes zijn afgesnoerd membraan met daarin stoffen zoals eiwitten verpakt
6. Het golgisysteem is geen organel
7. In de mitochondriën vind verbranding van glucose plaats
8. Plantencellen hebben geen mitochondriën
9. Lysosomen zijn blaasjes met enzymen en hebben als taak het verteren van afvalstoffen en opgenomen voedingstoffen
10. Een hersencel en een spiercel van dezelfde persoon hebben hetzelfde DNA 
11. Een hersencel maakt dezelfde eiwitten als een spiercel

Uitleg membranen