EK Sportdag Quizzzzzz

1 / 21
next
Slide 1: Slide
Lichamelijke opvoedingBasisschoolGroep 5

This lesson contains 21 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Welkom bij de grote sportdag voetbal kennis quizzzzzz

Slide 2 - Slide

Zorg dat je klaar zit met je wisbordje.
 
Na iedere vraag zie je 
direct het antwoord.

Veel succes! 

Slide 3 - Slide

1) Hoeveel landen doen dit jaar mee aan het EK?

A - 16
B - 20
C - 24
D - 32

Slide 4 - Slide

Het juiste antwoord was: 
C

Slide 5 - Slide

2) Het laatste EK werd gehouden in 2016. 
Wie won toen?
A - Spanje
B - Duitsland
C - Italië
D - Portugal

Slide 6 - Slide

Het juiste antwoord was: 
D

Slide 7 - Slide

3) Hoeveel spelers mag een team meenemen naar het EK?

A - 11
B - 23
C - 26
D - 3578

Slide 8 - Slide

Het juiste antwoord was: 
C

Slide 9 - Slide

4) Hoeveel wissels zijn er toegestaan tijdens een wedstrijd?
A - 1
B - 3
C - 5
D - Zoveel als je maar wilt.

Slide 10 - Slide

Het juiste antwoord was: 
C

Slide 11 - Slide

5) Wat hoort er op het stippellijntje? 
Hup Holland hup, laat de leeuw niet in zijn ... staan.

A - hempie
B - naakie
C - uppie
D - onderbroekie

Slide 12 - Slide

Het juiste antwoord was: 
A

Slide 13 - Slide

6) Wie is de aanvoerder van het Nederland elftal?
A - Georginio Wijnaldum
B - meester Wim
C - Daley Blind
D - Frank de Boer

Slide 14 - Slide

Het juiste antwoord was: 
A

Slide 15 - Slide

7) Tegen welk land speelde Nederland de eerste wedstrijd op het EK?

A - Oostenrijk
B - Oekraïne
C - Frankrijk
D - Rusland

Slide 16 - Slide

Het juiste antwoord was: 
B

Slide 17 - Slide

8) Wie is de bondscoach van het Nederlandse elftal?
A - Wesley Sneijder
B - Louis van Gaal
C - Frank de Boer
D - Juf Laura

Slide 18 - Slide

Het juiste antwoord was: 
C

Slide 19 - Slide

9) Wat betekent het woord 'VAR' tijdens een wedstrijd?

A - De VAR betekent dat een doelpunt niet geldig is
B - De VAR is een hulpmiddel van de scheidsrechter
C - De VAR is een ander woord voor spelregels
D - Video Assistant Referee

Slide 20 - Slide

Het juiste antwoord was: 
B en D

Slide 21 - Slide

More lessons like this