3mavo H6 Afronding Bron C & H

Wat gaan we deze les doen
* herhaling Bron C: Impératif
* herhaling Bron H: trappen van vergelijking

1 / 21
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Wat gaan we deze les doen
* herhaling Bron C: Impératif
* herhaling Bron H: trappen van vergelijking

Slide 1 - Slide

Bron C: Impératif

Slide 2 - Slide

Impératif =

Slide 3 - Open question

Geef één voorbeeld
in het Nederlands
van de gebiedende wijs.

Slide 4 - Mind map

Bron C: Impératif
* 1 persoon: 
1. Je-vorm
2. zonder de 'je'
bijzondere vorm = VA!
* groep of "u"
1. Vous-vorm
2. zonder de 'vous'
* groep inclusief jij zelf
1. nous-vorm
2. zonder de 'nous'

Slide 5 - Slide

Chanter = zingen
Zing! (tegen Marie)
A
Chante!
B
Chantez!
C
Chantons!
D
Chanter

Slide 6 - Quiz

Parler= praten
Praat! (tegen groep)
A
Parle !
B
Parlez!
C
Parlons!
D
Parler

Slide 7 - Quiz

choisir= kiezen
Laten we kiezen!
(tegen groep inclusief jijzelf)
A
Choisis !
B
Choisissez!
C
Choisissons!
D
choisir

Slide 8 - Quiz

Aller
(tegen groep)
A
Vais!
B
Allons!
C
Va!
D
Allez!

Slide 9 - Quiz

Aller
(tegen Piet)
A
Vais!
B
Allons!
C
Va!
D
Allez!

Slide 10 - Quiz

Trappen van vergelijking

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Ik ben kleiner dan mijn beste vriend.
plus…. bijv.nw…. que/qu’

Deze broeken zijn even mooi als die broeken.
aussi…. bijv.nw…. que/qu’

Deze auto is minder groot dan die Volvo.
moins…. bijv.nw…. que/qu’

!! Let op dat je het bijv.nw in de goede vorm zet! Kijk daarvoor naar het onderwerp!

Slide 13 - Slide

Ik ben kleiner dan Marie.
A
Je suis aussi petit que Marie.
B
Je suis moins petit que Marie.
C
Je suis plus petit que Marie.
D
Je suis petit que Marie

Slide 14 - Quiz

Chantal is minder groot dan haar.
A
Chantal est moins grand qu'elle
B
Chantal est moins grande qu'elle
C
Chantal est plus grande qu'elle
D
Chantal est aussi grande qu'elle

Slide 15 - Quiz

De auto is net zo nieuw als de fiets.
A
La voiture est aussi nouveau que le vélo.
B
La voiture est plus nouvelle que le vélo.
C
La voiture est moins nouvelle que le vélo.
D
La voiture est aussi nouvelle que le vélo.

Slide 16 - Quiz

Ik weet wat ik moet leren voor de repetitie:
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Poll

Vragen? 

Slide 18 - Slide

Stel je vraag....

Slide 19 - Open question

Ik ken de leerstof...
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll

Fijne dag!

Slide 21 - Slide