Les 11 Een bijna-eiland

les 11 Een bijna-eiland
1 / 19
next
Slide 1: Slide
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 5

This lesson contains 19 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

les 11 Een bijna-eiland

Slide 1 - Slide

Aan het eind van deze les:


Aan het eind van deze les:
  • ken je 8 nieuwe woorden
  • weet je meer over schiereilanden

Slide 2 - Slide

Woordenschat

herkenbaar:                  als iets herkenbaar is, dan kan je het makkelijk
                                           herkennen

omgeven door zee:  aan alle kanten heb je zee
schiereiland:               een stuk land dat bijna helemaal door zee is omgeven
vakantiegangers:      mensen die op vakantie gaan
















Slide 3 - Slide

Woordenschat
zwemtemperatuur: hoe warm of koud het water is waarin je
                                          zwemt
binnenland: het deel van het land dat niet aan de kust ligt
verdwaald: hier alleen staand
ongerept: (natuur) die nog niet door mensen is aangeraakt

Slide 4 - Slide

Filmpje
Wat is een schiereiland?
Kijk het volgende filmpje

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Link

Denkvraag
Welke 2 landen in Europa zijn volgens het filmpje samen een schiereiland?

Slide 7 - Slide

Wat ga je in deze tekst lezen, denk je?

Slide 8 - Slide

De inleiding
Spanje is op de kaart van Europa goed herkenbaar. Het hangt er linksonder, met Portugal, een beetje bij. Het wordt bijna helemaal omgeven door zee. Het is een bijna-eiland, een schiereiland zoals dat heet. Samen met Portugal wordt dat bijna-eiland het Iberisch schiereiland genoemd. Naar een volk (de Iberiërs) dat tussen de negende en de eerste eeuw voor Christus in het oosten van Spanje woonde.

Slide 9 - Slide

Leesvraag
Naar welk volk is het Iberisch schiereiland genoemd?

Slide 10 - Slide

Alinea 1
Er is dus zee, heel veel zee. Er zijn ook veel stranden. Aan veel van die stranden is er veel zon. Daardoor is Spanje een van de belangrijkste vakantielanden van Europa. Elk jaar komen er meer dan vijftig miljoen vakantiegangers op bezoek. De meesten gaan na een van die stranden. Bijna allemaal gaan ze naar de stranden van de Middellandse Zee, aan de oostkust van Spanje. Daar schijnt de zon het vaakst en daar heeft het zeewater de lekkerste zwemtemperatuur.


Slide 11 - Slide

Leesvraag
Waardoor is Spanje een van de belangrijkste vakantielanden 
van Europa, denk je? 
Het antwoord vind je door terug te lezen.

Slide 12 - Slide

Alinea 2
Op de kaart van Spanje zie je niet alleen dat er veel zee is, er is ook veel land. Spanje is niet het grootste land van Europa (Frankrijk is bijvoorbeeld groter), Maar groot is het wel. En het lijkt nog groter als je van die stranden weg gaat, het binnenland in. Dat komt omdat het land op veel plaatsen heel leeg is. Dat voelt groot aan.


Slide 13 - Slide


Waar gaat deze alinea vooral over?

A
dat je op de kaart van Spanje veel zee ziet.
B
hoe groot Spanje is
C
dat Spanje het grootste land van Europa is
D
hoe leeg het binnenland is

Slide 14 - Quiz

Alinea 3
Je kunt er bijvoorbeeld kilometers lang met de auto doorheen rijden en geen mens tegenkomen. Niet op de weg, maar ook niet naast de weg. Soms zie je heel lang geen huis, geen kip, geen koe, geen mens, geen graanveld, geen weide, niks eigenlijk. Nou ja, een paar stenen, wat struiken en een verdwaalde boom. Want met sommige stukken van Spanje wordt helemaal niets gedaan. Dat ligt daar gewoon maar natuur te zijn. Ongerepte natuur heet dat, natuur die niet door de mens is aangeraakt.

Slide 15 - Slide

Leesvraag
Wat wordt er volgens de tekst bedoeld met ongerepte natuur?

Slide 16 - Slide

Alinea 4
Maar ook wanneer je wel weideland of graanvelden ziet, horen daar geen huizen en mensen bij. Mensen die in Spanje op het land werken, wonen bijna nooit op dat land. Ze wonen in dorpen en steden, die soms behoorlijk ver van dat land afliggen. Spanjaarden vinden het gezelliger in een dorp of een stad te wonen dan in een eentje op een boerderij.

Slide 17 - Slide

Denkvraag
Waarom wonen de boeren in Spanje niet op hun eigen land, denk je?

Slide 18 - Slide

Afsluiting

Klopte je voorspelling voordat je ging lezen?

Slide 19 - Slide