Oefentoets

Wat gaan we doen vandaag?
1 / 25
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Wat gaan we doen vandaag?

Slide 1 - Slide

1. Maken oefentoets.

2. Leren voor de toets. 

Slide 2 - Slide

Oefentoets

Slide 3 - Slide

Wat zijn basisbehoeften?
A
behoeften die niet iedereen heeft
B
dingen waar je ook wel een dag zonder kan
C
dingen die je echt nodig hebt om te kunnen leven
D
dingen die je elke dag nodig hebt

Slide 4 - Quiz

Wat zijn de basisbehoeften?
A
Eten, slapen, school en schoenen
B
Voedsel, Huisvesting, Onderwijs en Gamen
C
Voedsel, kleding, onderdak, onderwijs en gezondheidszorg
D
gezondheidszorg, huisvesting, voedsel en voetballen

Slide 5 - Quiz

Wat is welvaart?
A
De rijkdom van een land op basis van geld (bnp/hoofd)
B
Als iedereen gelukkig is
C
Als er geen oorlog is
D
Als iedereen evenveel verdient

Slide 6 - Quiz

Wat is BNP/hoofd:
A
Bruto Nationaal Product
B
Alles wat in een jaar in een land verdiend wordt gedeeld door het aantal inwoners
C
Een product dat in een land gemaakt wordt
D
Het tegenovergestelde van Netto Product

Slide 7 - Quiz

Welzijn
A
de rijkdom van een land gemeten op basis van levensomstandigheden
B
de rijkdom van een land gemeten op basis van geld (bnp/hoofd)

Slide 8 - Quiz

Wat hoort bij welzijn
A
onderwijs, hoeveel mensen kunnen lezen en schrijven (alfabetiseringsgraad)
B
gezondheid, hoe oud mensen worden (levensverwachting)
C
Koopkracht, hoeveel geld je hebt
D
alle drie de antwoorden

Slide 9 - Quiz

Wat bereken je met het bnp/hoofd?
A
welvaart
B
welzijn

Slide 10 - Quiz

Sleep naar de juiste plek
In rijke landen hebben mensen meer dan genoeg geld voor hun basisbehoeften.

In rijke landen is veel rijkdom of

In arme landen is veel

Deze mensen hebben niet genoeg geld voor hun
welvaart
basisbehoeften
armoede

Slide 11 - Drag question

Juist
Onjuist
Levensomstandigheden is een ander woord voor welvaart
In Zuid Amerika  zijn de levensomstandigheden beter dan in Europa
Bij ontwikkelingslanden zijn de basisbehoeften niet in orde
Ontwikkelingslanden hebben voldoende welvaart

Slide 12 - Drag question

Sleep de woorden naar de juiste zin
Ontwikkelingslanden die op weg zijn om rijk te worden en waar steeds meer mensen in de industrie en de diensten werken zijn
Ontwikkelingslanden die nog arm zijn en waar veel mensen in de landbouw werken zijn
Volgers
Achterblijvers

Slide 13 - Drag question

Koplopers
Volgers
Achterblijvers
Nederland
Somalië
China
India
Australië
Ivoorkust
Deze landen zijn ontwikkeld en rijk.
Landen die rijk aan het worden zijn.
De armste landen.

Slide 14 - Drag question

Landbouw
Industrie
Diensten
Kapper
Boer
Schoenenfabriek
Brandweerman
Advocaat
Kippenboer
Kassen
Docent

Slide 15 - Drag question

Wie hoort er bij de beroepsbevolking?
A
Taric past op zijn neefje
B
Debbie werkt bij de supermarkt
C
Rolf zoekt een baan
D
Geertje is met pensioen

Slide 16 - Quiz

Omcirkel de letters van de twee juiste antwoorden
A
De koopkracht is in alle landen van de wereld anders.
B
De verdeling van de welvaart wordt bepaald door het bnp/hoofd.
C
Het bnp/hoofd laat het gemiddelde inkomen van een land zien.
D
Het geld dat wordt verdiend in de scharreleconomie zie je terug in het bnp/hoofd.

Slide 17 - Quiz

Hoe is de verdeling van de beroepsbevolking in armere landen?
A
Meeste mensen werken in een fabriek
B
Meeste mensen werken in de landbouw
C
Meeste mensen werken in de dienstensector
D
Gelijk verdeeld tussen industrie, landbouw en diensten

Slide 18 - Quiz

De beroepsbevolking bestaat uit mensen die werken in ...
A
landbouw, industrie en commercie
B
commercie, landbouw en fabrieken
C
fabrieken, landbouw en diensten
D
diensten, landbouw en industrie

Slide 19 - Quiz

In landen die in ontwikkeling van arm naar rijk zijn werken veel mensen in de
A
Landbouw
B
Industrie
C
Diensten

Slide 20 - Quiz

In welke groep van de beroepsbevolking werken de mensen op de afbeelding?
A
diensten
B
industrie
C
landbouw

Slide 21 - Quiz

In welke groep van beroepsbevolking werken de mensen op de afbeelding?
A
diensten
B
industrie
C
landbouw

Slide 22 - Quiz

wat is sociale ongelijkheid
A
verschillen tussen rijke en arme gebieden binnen een land
B
verschillen in welvaart tussen de mensen

Slide 23 - Quiz


Wat is regionale ongelijkheid?
A
Iedereen verdient evenveel
B
Verschillen in neerslag over een bepaald gebied
C
Verschillen in welvaart tussen het ene en het andere gebied
D
Ik weet het antwoord niet

Slide 24 - Quiz

Sociale ongelijkheid
Regionale ongelijkheid

Slide 25 - Drag question