Blok 7, week 1, les 3

SPELLING: 
Blok 7, week 1, les 3
Doel: 
* Herkennen van het bezittelijk voornaamwoord


1 / 14
next
Slide 1: Slide
SpellingBasisschoolGroep 7

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

SPELLING: 
Blok 7, week 1, les 3
Doel: 
* Herkennen van het bezittelijk voornaamwoord


Slide 1 - Slide

Ik heb een hond. Het is mijn hond.

Slide 2 - Open question

Jij hebt een neef. Het is jouw neef.

Slide 3 - Open question

U hebt een tas. Het is uw tas.

Slide 4 - Open question

Hij heeft een bal. Het is zijn bal.

Slide 5 - Open question

Wat is een bezittelijk voornaamwoord? 
Het bezittelijk voornaamwoord geeft aan 
van wie iets is of bij wie iemand hoort. 

Bijvoorbeeld: mijn, jouw, jullie, uw, haar, zijn, hun, onze 

Slide 6 - Slide

Zij heeft kinderen. Het zijn haar kinderen.

Slide 7 - Open question

Hij heeft een stukje kaas. Het is zijn stukje kaas.

Slide 8 - Open question

Wij hebben vakantie. Het is onze vakantie.

Slide 9 - Open question

Jullie hebben een auto.
Het is jullie auto.

Slide 10 - Open question

Zij hebben een baby.
Het is hun baby.

Slide 11 - Open question

Bezittelijke voornaamwoorden

Slide 12 - Mind map

Wat vond je van deze andere manier van een spellingles?
A
Saai
B
Mwah
C
Leuk
D
Super!

Slide 13 - Quiz

Dictee
Pak je dicteeschrift en luister naar de juf. 

Slide 14 - Slide