3C. Interviewen

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

3C. Interviewen

Hoofdstuk 2

Een voorbeeld van hoe het niet moet:

Heel veel vragen, veel daarvan ook gesloten, in een keer stellen.

Lesdoel

• Je leert wat een goed interview is en hoe je een goed interview kunt houden
• Je weet welke verschillende soorten vragen er zijn

Wat is een interview?

1. Een individueel gesprek over je mening
2. Een vraaggesprek tussen twee of meer personen
3. Een discussie in een groep
4. Een gesprek over je standpunt

Wat is het doel van een interview?

1. Zoveel mogelijk informatie krijgen.
2. Een stuk kunnen schrijven over iemand.
3. In contact komen met bekende mensen.
4. Zoveel mogelijk vragen aan iemand stellen.

• Denk eens aan een interview dat je heel goed vond. Waarom vond je dat zo goed?
• Waaraan moet een interview volgens jou voldoen om boeiend te zijn?
• Wat is volgens jou lastig aan interviewen?
• Zijn er onderwerpen waarover iemand jou goed zou kunnen interviewen?
• Bedenk een boeiende interviewvraag die iemand aan jou zou kunnen stellen.

Klassegesprek

Sleep naar de juiste plek!

open vraag

gesloten vraag

Ben je daar opgegroeid?

Sleep naar de juiste plek!

open vraag

gesloten vraag

Wat vind je het allerleukste om te doen?

Lees blz. 92-93

Handboek Kern

Welke soorten vragen worden er op blz. 92-93 van het handboek genoemd?

Welke van deze vragen zijn volgens jou geschikt als interviewvragen?

1. Open vragen
2. Open en neutrale vragen
3. Open vragen en doorvragen
4. Open vragen, neutrale vragen, doorvragen en toetsende vragen

4 soorten vragen

1. Open (en gesloten) vragen
   
2. Neutrale vragen 
3. Doorvragen (of vervolgvragen)
4. Toetsende vragen (of
   controlevragen)

Gesloten vraag

Vragen waar je alleen 'ja' of 'nee' op kunt antwoorden. Deze vragen beginnen met een werkwoord.

Vaak een eerste vraag.

"Vond jij het schoolfeest leuk?"

Open vraag

Op een open vraag kan uitgebreid antwoord gegeven worden. Een open vraag begint met een vraagwoord; wie, wat, waar, welke, waarom, wanneer en hoe.

"Wat vond jij van het schoolfeest?"

Neutrale vraag

Niet-neutrale vragen kunnen suggestief zijn:

"Jij vindt het nieuwe schoolgebouw toch ook lelijk?"

Vraag dus liever:
"Wat vind je van het nieuwe schoolgebouw?"

Feit of een mening

Feit is controleerbaar

Waar werd het schoolfeest gehouden?

Iemands mening

Wat vond jij van het schoolfeest?

Doorvraag / vervolgvraag

Bij een onduidelijk of een bijzonder antwoord vraag je door.

• Wil je daar nog wat meer over vertellen?
• Hoe was dat voor jou?

Toetsende vraag / controlevraag

Het antwoord samenvatten of bevestiging zoeken.

• Als ik het goed begrijp, vind jij dat...?
• Klopt het dat je...?

Wat voor soort vragen zie je hier?

Ga je mee sporten vanmiddag?

- Ja.

Lust jij spruitjes?

- Nee.

Kun je goed zwemmen?

-Ja.

1. Open vragen
2. Gesloten vragen
3. Door- of vervolgvragen
4. Rare vragen

Waarom ben je te laat?

- Omdat ik me verslapen heb.

Hoe heet je?

- Ik heet Pieter.

Wat wil je drinken?

- Ik wil graag cola.

Wat voor soort vragen zijn dit?

1. Open vragen
2. Gesloten vragen
3. Door of vervolgvragen
4. Rare vragen

.

Jullie kennen nu het verschil tussen open en gesloten vragen!

Welk soort vragen is het meest geschikt voor interviews?

Leg uit waarom.

Bespreek de antwoorden met de leerlingen.

Vind je dat de vrouw in de video goed luistert?
Waarom wel of waarom niet?
Waaraan kun je dat zien?

Klassegesprek

In hoeverre ken je nu de verschillende soorten interviewvragen?

😒🙁😐🙂😃