Mediawijsheid - Cyberpesten

• Mediawijsheid
• Basisschool
• Groep 6-8

Mediawijsheid - Cyberpesten

Bespreek met de kinderen dat we het gaan hebben over cyberpesten.

Lesdoelen

• Ik kan uitleggen wat cyberpesten is.
• Ik weet wat ik kan doen om cyberpesten te voorkomen.
• Ik ben mij bewust van de gevolgen van cyberpesten.

Benoem de punten die we gaan bespreken tijdens deze les.

Heb jij al social media? En zo ja welke dan?

Wat weet je al van cyberpesten?

Laat de kinderen in het woordweb invullen wat ze al over cyberpesten weten.

Cyberpesten

• Online pesten/ haatcomments plaatsen
• Hacken en nepaccounts aanmaken
• Foto's en video's verspreiden
• Buiten sluiten

Benoem nu kort wat cyberpesten inhoudt.

Op de volgende slide staat de video van schooltv. Laat deze zien.

Laat deze video aan de kinderen zien.

Vraag aan de kinderen hoe zij zich zouden voelen als ze te maken zouden hebben met cyberpesten.

Wat is het gevaar van een online berichtje naar iemand sturen?

1. Iemand kan jou niet leuk vinden.
2. Iemand kan het bericht anders opvatten dan bedoeld.
3. Iemand kan het bericht verwijderen.
4. Iemand kan je hacken.

Wat is een goede manier om met cyberpesten om te gaan?

1. Iets gemeens terug sturen.
2. Degene vragen wat hij/zij echt bedoelt.
3. Erover praten met iemand die je vertrouwt.
4. Naar de politie gaan.

Situaties oefenen

Situatie 1: "Iemand stuurt steeds gemene berichten in een groepsapp".  

Situatie 2: "Een leerling wordt buitengesloten in een online game". 

Situatie 3: "Er worden geruchten over iemand verspreidt via sociale media".

Situatie 4: "Er worden foto's van iemand doorgestuurd zonder toestemming".

Situatie 5: "Eén iemand uit de klas wordt verwijderd uit de groepsapp". 

• Ieder groepje van 5 krijgt één situatie.
• Bespreek met je groepje wat je zou doen als jij zelf in deze situatie zat. 

Ieder groepje licht straks kort toe wat hun situatie was en wat zij zelf zouden doen als ze in deze situatie zouden zitten.

De kinderen gaan nu in groepjes van 5 (ligt aan het aantal kinderen in de klas) aan de slag met een situatie waarin cyberpesten voorkomt. 

De kinderen bespreken de situatie met elkaar en bespreken ook wat ze zouden doen als ze in deze situatie zouden zitten.

Daarna presenteren alle groepjes hun situatie aan elkaar.

Tips bij cyberpesten

 Wat kun je doen om te helpen of juist om hulp te vragen?

• Zelf niet reageren.
• Het is belangrijk om bewijsmateriaal te verzamelen, zoals screenshots.
• Betrek een volwassene erbij (ouders, leerkracht). 

Bespreek de tips bij cyberpesten die op deze slide staan. Vraag of de kinderen nog meer tips hebben.

Hoe kun je cyberpesten voorkomen?

• Denk goed na voordat je iets online zegt.
• Wees zelf aardig en respectvol naar anderen.
• Zorg ervoor dat je niet zomaar alles plaatst op sociale media.
• Stel privacy instellingen in. 

Benoem de punten die op deze slide staan.

Vraag of de kinderen nog meer tips hebben om cyberpesten te voorkomen.

Zijn er nieuwe dingen die we
nu over cyberpesten weten?

Koppel terug naar het woordweb aan het begin van de les.

Laat de kinderen nu nieuwe dingen toevoegen die zij vandaag hebben geleerd over cyberpesten.

Benoem één ding wat jij belangrijk vindt om mee te nemen als het gaat om cyberpesten.

Laat de kinderen één ding benoemen wat zij gaan meenemen als het gaat om cyberpesten en het online gedrag naar elkaar.

Zelf een situatie schetsen

Opdracht voor de leerlingen die sneller klaar zijn met het bespreken van de situatie:

Schets zelf een nieuwe situatie.

Differentiatie:

Kinderen die bij het oefenen van de situaties sneller klaar zijn, kunnen aan de slag met het bedenken van een nieuwe situatie die te maken heeft met cyberpesten.