(p.c. met AVOIR en ETRE

Prenez ton chromebook
Log in sur lessonup.app.

Gebruik je eigen naam.



1 / 21
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Prenez ton chromebook
Log in sur lessonup.app.

Gebruik je eigen naam.



Slide 1 - Slide

This item has no instructions

BONJOUR ET BIENVENUE
Bonjour
et 
bienvenue!!

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Plattegrond
Jazlynn
Trish
Romy
Kiki
Lina
Anna
Joël
Nick
Diego
Jelle
Perla
Shania
Femke
Leona
Rafa
Kyano
Elise
Salma
Tessa
Fien
Sèna
Dione
Alec
Nguyen
Hafsa
Aman
Thijmen
Docent

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

timer
2:30
Brainstorm: wat weet je al over de passé composé ?

  • Werk in tweetallen/drietallen

  • Denk samen na gedurende 2 minuten en 30 seconden over wat jullie al weten. Gebruik je aantekeningen van de vorige les.

  • Maak samen een mindmap, schema, tekst... (Wat is het passé composé? Hoe vorm je het? Kun je voorbeeldzinnen geven?) 

  • Na de 2 minuten en 30 seconden gaan we samen een mindmap/schema maken.

Slide 4 - Slide

Wat is passé composé?
Is het een tijd in het verleden of de toekomst?
Wanneer gebruiken we het? (bijvoorbeeld, voor acties die al zijn voltooid)

Welke hulpwerkwoorden gebruiken we?
Is het "avoir," "être," of beide?
Zijn er uitzonderingen?

Hoe vorm je een werkwoord in passé composé?
Wat is de basisstructuur?
Hoe veranderen regelmatige en onregelmatige werkwoorden?

voorbeelden ? 

foutjes : avoir of etre? vooltooid deelwoord niiet aagepaast 


MINDMAPPING

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

la tâche de début
Je mag in tweetallen overleggen.
Traduisez

  • J'ai joué du piano.
  • Nous avons visité Paris.
  • Mes copains sont partis en voiture.


timer
1:00

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Aujourd'hui

Programme:
  • La tâche de début
  • Lessonup: Passé composé met etre
  • Au travail
  • Nabespreken

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Passé composé bestaat uit:

1.Onderwerp 
2. Hulpwerkwoord =een vorm van AVOIR (hebben) / ETRE (zijn)
3. Een voltooid deelwoord

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Passé composé
Pers.vnw
Hulp.ww
Volt.dw
J' (ik)
ai
dansé
Tu (jij)
as
dansé
Il/elle/on (hij/zij/wij)
a
dansé
nous (wij)
avons
dansé
Vous (jullie/u)
avez
dansé
Ils/elles (zij)
ont
dansé
Ik heb gedanst.
Verleden tijd: passé composé 
Passé composé
Tekst

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

De passé composé wordt:
donner  (geven)
vendre  (verkopen)
finir  (eindigen)
j'
ai donné
ai vendu
ai fini
tu
as donné
as vendu
as fini
il/elle/on
a donné
a vendu
a fini
nous
avons donné
avons vendu
avons fini
vous
avez donné
avez vendu
avez fini
ils/elles
ont donné
ont vendu
ont fini

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Vertaal:
Hij heeft gegeven (donner)
A
Elle a donné
B
Il a donné
C
Ils ont donné
D
Vous avez donné

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Vertaal:
Wij hebben gewerkt.

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

WANNEER ETRE OF AVOIR?


Het Etre-Huis: bij al deze werkwoorden gebruik je être bij de passé composé
Vertaal al deze werkwoorden in het nederlands!

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Passé composé met être of avoir?

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Als je een passé composé met être hebt...
Mannelijk
Vrouwelijk
Enkel
voud
-
Je suis tombé
e
Je suis tombée
Meer
voud
s
Ils sont tombés
es
Elles sont tombées
Je suis tombé(e)
Tu es tombé(e)
Il est tombé
Elle est tombée
Nous sommes tombé(e)s
vous êtes tombé(e)(s)
Ils sont tombés
Elles sont tombées

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Passé composé:
zij is gevallen (tomber)
A
elle est tombé
B
elle est tombée
C
elle a tombé
D
elle a tombée

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Nous sommes ______à la maison (rester)
A
resté
B
restés
C
restée
D
restées

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Mes amis ______ (vertrekken)
A
sont partis
B
avons partis
C
sont sortis
D
sont parties

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Vertaal: ik ben gegaan

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

Au travail !
Wat?
Exercices
16A, C & D (unité 4: grammaire 1)
blz 21-24
Met wie en hoe?
- eerste 5 minuten in ZS
Tijd?

Tip:
Kijk op pagina 
34/35/36
Klaar? 
- Vocabulaire leren
apprendre 1 t/m 4 unité 4 (p.34/36)
timer
5:00

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Klassikaal nakijken
Exercice 16C

Slide 21 - Slide

This item has no instructions