Wilde Pferde in Münsterland - H2a

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Heute Montag 11-1

* D-toets

* Lesebuch - wiederholen + quiz

* Auftrag

Lernziele

aan het einde van de les:

- kan ik de hoofdpersonen van het boek benoemen;

- de verhaallijn globaal uitleggen.

Heute Montag 11-1: 

Rückblick  Lesebuch

Wilde Pferde im Münsterland

• die Autorin (auteur):  Andrea Maria Wagner
• Genre: Kurzgeschichte / Fiktion
• Standort (waar speelt het zich af): regio Münster (Reiterhof, Wald, Münster, Dülmen, Schloß)
• Erzählzeit (verteltijd): +/- eine Woche - Herbstferien
• Themen: Freundschaft, Abenteuer, Pferden, Natur

• Erzählperspektive (dus wie vertelt het verhaal) : der allwissende Erzähler (auctoriale verteller)

Hauptpersonen:

• Katja
• Svenja
  
• Frau Dohmen und Herr Schwarz
• Hannes, Simon, Uli und Luise
• Der Züchter (de fokker) 

Und: Frau Stade,  Herr Heinen, Mutter Katja

die Titelerklärung:

Wat betekent de titel?

1. Het boek gaat alleen over wilde paarden in Münsterland.
2. Het boek speelt zich af in de omgeving van Münster. Daar leven ook wilde paarden.
3. De hoofdpersonen zijn wilde paarden in Münster.
4. In Münsterland leefden vroeger wilde paarden.

Hoe begint het verhaal?

1. Katja wordt door haar moeder naar de manege gebracht om rijlessen te volgen in de herfstvakantie.
2. Katja gaat elk jaar naar de manege om rijlessen te krijgen.
3. De moeder van Katja moet naar een congres en daarom moet zij hier in de herfstvakantie zijn.

Wie zie je hier?

1. Frau Dohmen en Katja
2. Katja ontmoet op de gang Luise, die meteen al arrogant is.
3. Katja ontmoet op de gang Svenja en ze hebben meteen een klik
4. Katja en haar moeder

Op de eerste dag moeten ze meteen al 's avonds in de rijhal komen om paard te rijden, waarom?

1. Ze moeten meteen gaan oefenen. Het is geen vakantie!
2. Om zo te laten zien wat ze kunnen en op niveau ingedeeld kunnen worden.
3. Zo kunnen de rijleraren uitkiezen wie in hun groepje mag meerijden.

Katja wordt ingedeeld bij de ervaren rijders die buitenritten gaan maken olv Herr Schwarz. Wie zit er nog meer in de groep met Katja?

1. Uli, Simon, Hannes en Luise
2. Svenja en Luise
3. Uli, Simon, Hannes en Svenja

Na een paar dagen trainen gaan ze een dagje naar een stad en bezoeken ze daar oa een kerk en museum, welke stad?

1. Dülmen
2. Münsterland
3. die Aasee
4. Münster

Wat gebeurt er hier?

1. Na de citytrip gaan ze eindelijk de natuur in. Katja is nogal zeker van haar kunnen, rijdt te hard en valt van het paard. 112 wordt gebeld.
2. Na de citytrip gaan ze eindelijk de natuur in. Luise is nogal zeker van haar kunnen, rijdt te hard en valt van het paard. 112 wordt gebeld.
3. Na de citytrip gaan ze eindelijk de natuur in. Katja valt plotseling van haar paard omdat deze steigert.
4. Na de citytrip gaan ze eindelijk de natuur in. Luise valt plotseling van haar paard omdat deze steigert.

Ze worden op pad gestuurd door Herr Schwarz om zijn paard en het paard van Luise vast te leggen bij het slot. Wat gebeurt er hierna op chronologische volgorde?

1. 1. Ondanks veel auto's, is er niemand bij het slot. 2. Ze rijden verder. 3. Ze horen een knal 4. De paarden van Herr Schwarz en Luise gaan er vandoor.
2. 1. Ondanks veel auto's, is er niemand bij het slot 2. Ze wachten tot er iemand komt. 3. Ze horen een knal 4. De paarden van Herr Schwarz en Luise gaan er vandoor.
3. 1. Ze worden ontvangen bij het slot. 2. Ze horen een knal. 3. De paarden van Herr Schwarz en Luise gaan ervandoor. 4. Ze rijden verder zonder de twee paarden.

Nu zijn ze 2 paarden kwijt én hebben ze geen bereik. Ze rijden door, steeds dieper het bos in. Op een gegeven moment horen ze gehinnik. De paarden worden onrustig. Waar komt dat vandaan?

1. Achter het bos is een weide en daar zijn de paarden van Luise en Herr Schwarz
2. In de weide achter het bos staan dewilde paarden en de paarden van Luise en Herr Schwarz.
3. Achter het bos is een weide met een kudde wilde paarden.

Wat gebeurt er daarna?
(2 goede antwoorden mogelijk)

1. Ze komen iemand tegen die ze naar de manege terugrijdt.
2. Ze hebben weer bereik, Katja belt de manege en ze moeten langs het hek naar een stal rijden.
3. Ze komen iemand tegen die ze van alles vertelt over de Wilde Pferde.
4. Hannes vertelt ze van alles over Wilde Pferde. Hij heeft ooit op school een referaat over gehouden.

Wat is de rol van "der Züchter" in dit laatste stuk?

1. Hij is degene die meerijdt naar de stal. Daar zijn ook al de paarden van Luise en Herr Schwarz.
2. Hij "vangt" de paarden van Luise en Herr Schwarz en neemt ze mee naar een stal. Als de groep daar is aangekomen vertelt hij dat hij ze ooit gefokt heeft en daarna verkocht aan de manege.
3. Hij zegt dat hij de eigenaar is van de twee paarden van Luise en Herr Schwarz en is niet van plan ze aan de manege terug te geven.
4. Hij biedt ze wat te drinken aan als ze bij de stal komen en vertelt dat hij fokker van veulens is.

Nog een paar open eindjes.

Zoek de juiste dingen bij elkaar

Waarom kwam de knal vandaar die de paarden zo liet schrikken?

Wat gaan de ruiters doen als ze elkaar in mei weer zien?

Wat is de reden van de onrust bij de paarden denkt Uli?

Gut gemacht!

>> je weet nu de belangrijkste personen in het boek te benoemen.

>> je kunt het verhaal nu globaal na vertellen.

Zeit für Vertiefung...