Leerjaar 2 Periode 5 Eindtoets juni Les 4: Laatste les

14p=10
(het aantal punten gedeeld door 1,4 is je cijfer.)
Succes.
1 / 26
next
Slide 1: Slide
D&ZVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

14p=10
(het aantal punten gedeeld door 1,4 is je cijfer.)
Succes.

Slide 1 - Slide

Als we een kast schoonmaken doen we dit in de volgende volgorde:
(1p)
A
Van beneden naar boven
B
Eerst de binnenkant en dan de buitenkant
C
Eerst de buitenkant en dan de binnenkant
D
Van boven naar beneden

Slide 2 - Quiz

Welke van de onderstaande is waar bij schoonmaakwerkzaamheden?
(1p)
A
Werk van binnen naar buiten
B
Werk van rechts naar links
C
Werk van buiten naar binnen
D
Werk van links naar rechts

Slide 3 - Quiz

Als we onze emmer vullen om te gaan schoonmaken wat doen we dan eerst?
(0,5p)
A
Eerst reinigingsmiddel in de emmer
B
Eerst handwarm water in de emmer

Slide 4 - Quiz

Als we schoon gaan maken werken we van:
(1p)
A
Schoon naar vuil
B
Vuil naar schoon
C
rechts naar links
D
binnen naar buiten

Slide 5 - Quiz

Waarom doen we eerst water in de emmer en dan het reinigingsmiddel?
(1p)
A
Om te zorgen dat het gaat schuimen
B
Om te zorgen dat het niet gaat schuimen
C
Dan is de verdeling beter
D
Dan spettert het niet in je ogen

Slide 6 - Quiz

Bij de techniek een doek uitwringen is stap 1 pak de werkdoek aan 1 punt uit het water. (1p)
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

Waar of niet waar!

Slide 8 - Slide

Voordat je de doek uitwringt heb jij je ellebogen tegen je lichaam
(0,5p)
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Bij het uitwringen verplaats jij je gewicht van je voorste voet naar je achterste voet. (0,5p)
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Bij het uitwringen breng jij je ellebogen tegelijk naar buiten.
(0,5p)
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

De werkdoek vouw je in vieren om meer schone kanten te hebben voordat je deze weer moet uitspoelen.
(0,5p)
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

De werkdoek vouw je vier keer dubbel
(0,5p)
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

De groene emmer en doek zijn voor het sanitair
(0,5p)
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

De gele emmer en doek zijn voor het vuile werk bij interieurreiniging.
(0,5p)
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quiz

Als er droog vuil in de prullenbak zit dan verwisselen we altijd de vuilniszak.
(0,5p)
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

We maken altijd eerst de deksel schoon voordat we de prullenbak legen (0,5p)

A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

Als er nat vuil in de prullenbak zit verwisselen altijd de vuilniszak
(0,5p)
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz

Als we een ruimte gaan schoonmaken beginnen we bij de deur.
(0,5p)
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

Vervolgens doen we eerst de binnenkant en daarna de buitenkant.
(0,5p)
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quiz

We laten de persoonlijke spullen op bijv. een bureau allemaal liggen.
(0,5p)
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quiz

Als we klaar zijn leggen we de doeken in de wasmand.
(0,5p)
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quiz

We spoelen de emmers altijd om na gebruik.
(0,5p)
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quiz

Om de ramen te lappen hebben we een emmer, spons, zeem en handtrekker nodig. (0,5p)
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quiz

Je trekt de ramen droog van rechts naar links (0,5p)
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Slide