Efelijkheid: Intermediair fenotype en stambomen 3H

Intermediair fenotype en stambomen
1 / 26
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Intermediair fenotype en stambomen

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
- Je kunt in een kruising aangeven wat intermediaire overerving is. 
- Je spoort erfelijke eigenschappen en afwijkingen op aan de hand van een stamboom.

Slide 2 - Slide

genotype
fenotype

Slide 3 - Slide

Homozygoot/heterozygoot
hom

Slide 4 - Slide

Genotypes
Homozygoot dominant (BB)

Heterozygoot (Bb)

Homozygoot recessief (bb)

Slide 5 - Slide

Johan Mendel
Wetten van overerving van eigenschappen ontdekt en geformuleerd in 1866

Slide 6 - Slide

Monohybride kruising
P = Ouders
F1 = kinderen 1e generatie
F2 = (klein)kinderen 2e generatie

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

timer
3:00

Slide 9 - Slide

Intermediair
F1 heeft een fenotype dat een combinatie is van de ouderlijke fenotypes

Paars + Wit = Roze

Slide 10 - Slide

Onvolledig dominant: Beide fenotypen zijn even sterk

 
Intermediair: Beide fenotypen komen tot uiting 

Intermediair fenotype

Slide 11 - Slide

Intermediair fenotype:
Wat zijn de genotypen van deze kippen?

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Stamboom

Slide 14 - Slide

Een stamboom
In een stamboom zijn fenotypen en het geslacht per individu aangegeven.

Genotypen zijn te vinden door goed te kijken

Slide 15 - Slide

Voorbeeld stamboom

Slide 16 - Slide

Welke drie conclusies trek je uit deze stamboom?
timer
3:00

Slide 17 - Slide

Welke drie conclusies trek je uit deze stamboom?
  1. De ouders zijn heterozygoot (Aa) 
  2. Individu 2 is homozygoot recessief (aa)
  3. Grijs is dominant (A) en rood is recessief (a)
  4. (individu 1 & 3 zijn Aa of AA)
Aa
Aa
aa
AA
Aa
AA
Aa

Slide 18 - Slide

Hoe kan je alle genotypes invullen in een stamboom?
(probeer het in te vullen op een kladblaadje)

Slide 19 - Slide

schrijf nu eerst op wat je weet
Donker haar is dominant
Rood  haar is recessief

AA  donker haar, homozygoot
Aa  donker haar, heterozygoot
aa  rood haar, homozygoot

Slide 20 - Slide

Tip 1:  zoek twee ouders met hetzelfde fenotype en een kind met een ander fenotype

Slide 21 - Slide

Tip 1:  zoek twee ouders met hetzelfde fenotype en een kind met een ander fenotype

Slide 22 - Slide


aa rood haar
aa rood haar
aa rood haar
aa rood haar
aa rood haar
Donker haar
Heeft 1 ouder die rood haar heeft (aa)
Dus heeft deze persoon a
Maar donker haar dus Aa
Donker haar
Heeft 1 ouder die rood haar heeft (aa)
Dus heeft deze persoon a
Maar donker haar dus Aa
Donker haar
Heeft 1 kind dat rood haar heeft (aa)
Dus heeft deze persoon a
Maar donker haar dus Aa
Donker haar
Heeft 1 kind dat rood haar heeft (aa)
Dus heeft deze persoon a
Maar donker haar dus Aa
Donker haar
Heeft 1 kind dat rood haar heeft (aa)
Dus heeft deze persoon a
Maar donker haar dus Aa
Donker haar
Je hebt te weinig gegevens om te bepalen of het AA is of Aa
Donker haar
Je hebt te weinig gegevens om te bepalen of het AA is of Aa
Donker haar
Heeft 1 ouder die rood haar heeft (aa)
Dus heeft deze persoon a
Maar donker haar dus Aa
Donker haar
Heeft 1 ouder die rood haar heeft (aa)
Dus heeft deze persoon a
Maar donker haar dus Aa
Donker haar
Heeft 1 ouder die rood haar heeft (aa)
Dus heeft deze persoon a
Maar donker haar dus Aa
Donker haar
Heeft 1 ouder die rood haar heeft (aa)
Dus heeft deze persoon a
Maar donker haar dus Aa
Tip 3: Nu kan je stap voor stap de andere genotypes invullen. Soms weet je gewoon niet zeker welk genotype een persoon heeft! 

Slide 23 - Slide

Tip 2:  Je kunt nu de recessieve eigenschap invullen 
Daar is het genotype aa van

Hans en Karin hebben allebei donker haar, maar hun zoon Stefan heeft rood haar. 
Dit betekent dat:
Hans en Karin heterozygoot zijn.
Donker haar dominant is
Rood haar recessief is

Slide 24 - Slide

Doen
Opdrachten bij BS6 + 7

Oefentoets op biologiepagina.nl:
https://biologiepagina.nl/2en3/Erfelijkheidevolutie/Oefentoetskruisingen/erfelijkheid.htm

Slide 25 - Slide

Leerdoelen
- Je kunt in een kruising aangeven wat intermediaire overerving is. 
- Je spoort erfelijke eigenschappen en afwijkingen op aan de hand van een stamboom.

Slide 26 - Slide