D2 H5: Schaal

           Schaal  
1 / 15
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

           Schaal  

Slide 1 - Slide

Wat is schaal
Een schaalmodel is een exacte kopie van een origineel,
 zoals bijvoorbeeld een gebouw, maar dan in een andere maat.

De schaal geeft de verhouding weer tussen de
afmetingen van het model en de afmetingen in het echt.

Meestal is een schaalmodel een verkleining van
het werkelijke object, maar het kan ook andersom.


Slide 2 - Slide

1 : 30
1 staat tot 30
1 cm is in werkelijkheid 30 cm



Slide 3 - Slide

Zet de eenheden van de lengte op volgorde van groot naar klein
km
hm
dam
m
dm
cm
mm

Slide 4 - Drag question

Verschillende schalen omrekenen
Schaal              op de kaart   =>   in werkelijkheid  

1 : 100.000       1 cm  =>   100.000 cm        of     1000 m      of      1 km

1 : 500.000       1 cm  =>   500.000 cm       of     5000 m     of      5 km
 
1 : 2.500.000    1 cm  =>   2.500.000 cm  of    2500 m      of     25 km

Slide 5 - Slide

Linksonder zie je de schaal van deze kaart. Hoeveel km is 1 cm in werkelijkheid?

Slide 6 - Open question

Wat betekent de schaal 1 : 50.000?
A
1 cm is in werkelijkheid 50.000 cm
B
1 cm is in werkelijkheid 50.000 meter
C
1 cm is in werkelijkheid 500 cm
D
1 m is in werkelijkheid 50.000 cm

Slide 7 - Quiz

Wat betekent de schaal rechtsonderin?
A
1 cm is 60.000 m
B
1 cm is 60.000 km
C
1 cm is 60.000 cm
D
1 minuut reizen is 60.000 cm

Slide 8 - Quiz

maten omrekenen van klein naar groot
Kies de goede volgorde van de eenheden van lengte.
timer
1:30
A
mm - cm - dm - m - km
B
km - cm - m - mm - dm
C
mm - m - dm - cm - km
D
cm - dm - km - m - mm

Slide 9 - Quiz

wat is de schaal?
8 cm op de kaart is 800 cm in het echt
A
1 : 100
B
1 : 800
C
1 : 1000
D
1 : 1

Slide 10 - Quiz

De pinguïn is in werkelijkheid 63 cm hoog.
wat is de schaal van de afbeelding?
A
schaal 1: 7
B
schaal 1 : 124
C
schaal 1 : 25
D
schaal 1 : 9

Slide 11 - Quiz

Met welk hulpmiddel bereken je gemakkelijk de schaal?
A
Een geodriehoek
B
Een rekenmachine
C
Een verhoudingstabel
D
Een passer

Slide 12 - Quiz

De schaal is
1 : 29
Hoe groot is de bus in werkelijkheid?
A
725 meter
B
7,25 meter
C
725 decimeter
D
7250 cm

Slide 13 - Quiz

Welke schaal hoort bij deze schaallijn?
Het lijntje is 5 cm.

A
1 : 1000
B
1 : 10000
C
1 : 100000
D
1 : 1000000

Slide 14 - Quiz

Waar sta je nu met het rekenen met schaal?
A
B
C
D
?

Slide 15 - Quiz