Wat ken je al?
- être = zijn
- de lidwoorden: le, la, l', les, un , une , des
- elkaar begroeten in het Frans
- een paar eenvoudige zinnen
over jezelf schrijven in het Frans
Wat ga je nog leren?
- avoir = hebben
- getallen 1- 20
- het bezittelijk voornaamwoord
- een gesprek voeren in het Frans over familie, vrienden, woonplek en leeftijd.