P4 Transport en logistiek

1 / 28
next
Slide 1: Slide
VoertuigentechniekMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Transport en logistiek

Slide 2 - Slide

Leerdoelen deze les
  • Je kunt benoemen wat transport is.
  • Je kunt benoemen wat logistiek is.
  • Je kunt de meest voorkomende transport vormen benoemen.
  • Je kunt naast de meest voorkomende transport vormen ook nog andere transport vormen benoemen.
  • Je kunt uitleggen wat vervoersinfrastructuur is. 
  • je kunt uitleggen wat transportmodaliteiten zijn 
  • Je kunt uitleggen wat multimodaal vervoer is

Slide 3 - Slide

Wat gaan we doen deze les
  • We gaan een wordweb maken over Transport
  • We gaan een wordweb maken over Logistiek
  • We gaan twee filmpjes kijken over Transport en Logistiek
  • We gaan als klas zoveel mogelijk vormen van Transport benoemen
  • We gaan 2 routes plannen in Google maps

Slide 4 - Slide

Aan welke woorden denk
jij bij Transport?

Slide 5 - Mind map

Aan welke woorden denk
jij bij Logistiek?

Slide 6 - Mind map

Slide 7 - Video

Slide 8 - Video

Wat is Transport en Logistiek 
Transport is het verplaatsen van mensen, dieren en goederen

Deze mensen, dieren of goederen worden vervoerd van 
punt A naar punt B

Het slim organiseren van dit transport noemen we Logistiek

Slide 9 - Slide

Verschillende soorten transport
Er zijn verschillende manieren om goederen te verplaatsen

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Welke vormen van transport heb je nodig om een pakketje van Australie naar Nederland te krijgen?
Er zijn verschillende mogelijkheden

Slide 12 - Open question

Er zijn nog meer transport mogelijkheden 

Slide 13 - Slide

Welke vorm van transport zou je voor de goederen uit de vorige slide kunnen gebruiken?
Meerdere antwoorden zijn goed

Slide 14 - Open question

Transportmodaliteiten en multimodaal vervoer

Slide 15 - Slide

Wat is transportmodaliteit
A
Is het vervoer van punt A naar punt B
B
Is een vrachtwagen
C
is een vorm van transport
D
Is een bestelbus

Slide 16 - Quiz

Wat is multimodaal vervoer?
A
Als je gebruik maakt van meerdere transport modaliteiten
B
Als je naar meerdere punten rijdt dan twee
C
Als je verschillende soorten ladingen tegelijkertijd vervoerd
D
Als je voor een voetbalclub dingen transporteerd

Slide 17 - Quiz

Vervoersinfrastructuur


Dit is een moeilijk woord, 
dit woord wil ik klassikaal behandelen.

Slide 18 - Slide

Hoofdwegen

Slide 19 - Slide

Waterwegen

Slide 20 - Slide

Spoorwegen

Slide 21 - Slide

Hoe noem je het netwerk van wegen, rivieren, kanalen, spoorwegen enz?
A
Spinnenweb van wegen en rivieren
B
Vervoersinfrastructuur
C
Alle belangrijke wegen in Nederland
D
Is het vervoer van punt A naar punt B

Slide 22 - Quiz

Opdracht route plannen
Je gaat samen een route plannen met tlnplanner
Je hebt 15 minuten voor deze opdracht
Er wordt rustig gewerkt en er worden geen vragen gesteld

Je schrijft de langste en de kortste route op met de reistijden daarbij vermeld

Slide 23 - Slide

 Je gaat samen een route plannen met google maps


De route start bij Simon Loos, Wognum
je moet goederen lossen bij de
Albert Hein, Middenbeemster
Albert Hein, Purmerend (miro)
De route eindigt bij de Wognum
De langste route en de kortste route, afstand en tijd noteren op papier



 

Slide 24 - Slide

Wat is de kortste route en hoeveel tijd heb je daarvoor nodig?

Slide 25 - Open question

Opdracht route plannen
Je gaat samen een route plannen met tlnplanner
Je hebt 10 minuten voor deze opdracht
Er wordt rustig gewerkt en er worden geen vragen gesteld

Je schrijft de langste en de kortste route op met de reistijden daarbij vermeld

Slide 26 - Slide

 Je gaat samen een route plannen met google maps


De route start op de Simon Loos, Wognum
je moet goederen lossen bij de
Mc Donalds Groningen (west)
Mc Donalds Eindhoven (airport)
Je gaat stiekem langs bij je tante in Duiven (praxis)  
De route eindigt bij de Simon Loos, Wognum




 

Slide 27 - Slide

Hoeveel kilometer is het omrijden als je bij je tante langs gaat?

Slide 28 - Open question