Opdracht Oorlog en terpentijn
f Zondagochtend vroeg (rond negen uur) op het Vlaamse platteland, eerst bij een schuur, daarna op een aardappelveld.
g (1) De ik-figuur wordt als hij koffie wil drinken, als door een wonder niet geraakt (de kogels vliegen tussen mond en mok door); (2) de Duitse officier mist van dichtbij (tien meter); (3) als hij naar een ander veld rent, vliegen de kogels hem om de oren, maar hij overleeft terwijl zijn rugzak doorschoten is.