11. Holocaust

HC Duitsland
11. Holocaust
1 / 15
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

HC Duitsland
11. Holocaust

Slide 1 - Slide

Welkom!
Waar heb je aan het eind van de les weet van?
- Chronologie van de Holocaust
* Dachau
* Neurenbergerwetten
* Wannseeconferentie
* genocide
- Aan het (huis)werk



Slide 2 - Slide

12.
De rassenleer (één hoogwaardig ras, minderwaardige rassen, verderfelijke rassen - antisemitisme). 
Lebensraum (alle Duitsers binnen één staat, nieuw grondgebied voor het Germaanse ras en in het bijzonder het Duitse volk)




Slide 3 - Slide

Nazi-Duitsland (1933-1945)

13. 
- In 1923 pleegde hij een staatsgreep in Munchen. Deze mislukte, Hitler belande in de gevangenis. Na de gevangenisstraf besluit hij om van binnenuit (deelnemen aan het systeem) aan de macht te komen.
- Hij, en dus de NSDAP, nam vervolgens deel aan diverse verkiezingen en in 1933 werd hij tot minister president benoemd
- In 1933 werd de machtigingswet aangenomen en had Hitler de absolute macht.
- Vakbonden werden opgeheven en vervangen door de DAF (deutsche Arbeitsfront) 
- Politieke partijen werden uitgeschakeld. Duitsland werd een éénpartijstaat (juli 1933)
- De SA werd uitgeschakeld (Nacht van de Lange Messen)
- Na de dood van president Von Hindenberg nam Hitler zijn plaats als president in: Führer)
- Het leger legt een eed van trouw aan Hitler af

Slide 4 - Slide

14.
Hitler is legaal aan de macht gekomen dmv van reguliere verkiezingen. Hij heeft echter nooit met zijn partij een meerderheid in het parlement gehad. Hij heeft vervolgens zijn macht met behulp van de machtigingswet volledig naar zich toe getrokken. Omdat dit met de nodige intimidatie (o.a. In het parlement) en geweld (o.a. van de SA) is gebeurd kan je stellen dat hij niet legaal aan de macht is gekomen.

15.
Organiseren van de samenleving volgens de leer van de nazi’s de aanhangers van de NSDAP.
De jeugd: Hitlerjugend (HJ) en de Bund deutscher Mädel (BDM), Rijksarbeitsdienst
Pers (radio uitzendingen en goedkope radio’s) in de greep van de nazi’s.
Rijkscultuurkamer (verplicht lidmaatschap voor kunstenaars en publicisten).
Bedrijfsleven en landbouw in dienst van een oorlog
Vrouwen als moeder verheerlijkt en uitgesloten van werk.
Terreur.

Slide 5 - Slide

16.
Bij beide is er sprake van een regeringsvorm waarbij een partij of een partijleider de hele maatschappij beheerst en geen andere meningen toelaat. In het geval van Duitsland werd deze beheersing van de staat ingevuld door de leer van de nazi’s. 


Slide 6 - Slide

Etymologie holocaust 
Het woord holocaust betekent "brandoffer" en is afgeleid van het Oudgriekse woord ὁλόκαυστον (holokauston), wat letterlijk 'geheel verbrand' betekent. 
Het woord holocaust bestond in die betekenis ook in het Middelnederlands in de 14e eeuw, maar is daarna in onbruik geraakt.

Slide 7 - Slide

instructie (1)
2 tallen, gebruik je boekje, blz 27,28 en 2
1. Lees de chronologie en zoek op wat de betekenis is van:
De Neurenberg-rassenwetten
De Wannseeconferentie.
en wat je niet weet




Slide 8 - Slide

instructie (2)

DE INGEVULDE HOKJES GEEFT INFORMATIE VOOR HET INVULLEN VAN DE LEGE HOKJES

 Bekijk de bronnen en plaats deze in de Chronologie

Schrijf de reden op waarom je een afbeelding daar plaatst.



Slide 9 - Slide

Noem een beeldbron die je op meerdere plaatsen kan zetten.

Welke beeldbronnen kun je niet plaatsen? Welke info ontbreekt?

Slide 10 - Slide

Instructie (3)
Welke fases in de Holocaust kan je aangeven?
Wat zijn de kenmerken van de fases?

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

fase 1: joden als zondebok 
fase 2: joden buiten de maatschappij plaatsen (o.a. Neurenberger wetten)
fase 3: verzamelen en afzonderen van joden 
fase 4: systematische uitroeing van joden (Endlösung - genocide)

Slide 13 - Slide

aan de slag met:

LessonUp + blz 27 t/m blz 29

Verwerking:
opdrachten uit je boekje:  'Nazi-Duitsland' opdracht 17 t/m 22
en/of 
een samenvatting (o.i.d.) t/m blz 29 


Slide 14 - Slide

dus..... 
.... je hebt meer kennis van begrippen en gebeurtenissen 
.... je ziet dat feiten en gebeurtenissen met elkaar verband houden
.... je hebt inzicht gekregen in de chronologie en de veranderingen (fases) van de holocaust


Slide 15 - Slide