5.2: het informatiebord

5.2: het informatiebord
Aan het einde van de les kan je informatie lezen op een bord. 
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvmbo lwoo, kLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

5.2: het informatiebord
Aan het einde van de les kan je informatie lezen op een bord. 

Slide 1 - Slide

Hebben wij op school een informatiebord? welke informatie kan je erop lezen?

Slide 2 - Mind map

heb jij een agenda? wat typ of schrijf je op in je agenda?

Slide 3 - Mind map

Scan de tekst! 
1. kijk naar de titel
2. Kijk naar de plaatjes 
3. lees een klein beetje van elke alinea

Slide 4 - Slide

maandagochtend is er les.
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quiz

Het feest is in de grote zaal.
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quiz

Woensdag is de les in 2.2
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quiz

Zelf lezen
Moeilijke woord? -> onderstreep!
timer
2:00

Slide 8 - Slide

het programma
  • het programma - de programma's
  • het programmaatje - de programmaatjes

  • 1) een programma zie je op de televisie.
  • zin: Welke programma's vind je leuk? 

  • 2) het plan; wat er gaat gebeuren
  • zin: Wat staat er vandaag op het programma?
31

Slide 9 - Slide

Proeven
In je mond zitten niet alleen je tanden, maar ook je tong.


Met je tong kun je proeven.

Slide 10 - Slide

Het rooster
Maandag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
1
RE
NT2
NT2
MEN
NT2
2
NT2
NT2
NT2
NT2
NT2
3
NT2
HORECA
NT2
NT2
HV
4
NT2
HORECA
NT2
LO
HV
5
NT2
NT2
NT2
NT2
RE
6
RE
NT2
RE
7

Slide 11 - Slide

de hal/de gang

Slide 12 - Slide

politiek

Slide 13 - Slide

de discussie
  • gesprek tussen mensen met verschillende meningen 
  • de discussie - de discussies
  • zin: Zij hebben een discussie over de film.

Slide 14 - Slide

Wij lezen het verhaal.
Samen. 

Slide 15 - Slide

Waarom is er feest in Oktober?

Slide 16 - Open question

Wat kun je doen tijdens koffieuurtje?

Slide 17 - Open question

Ik moet nu echt gaan leren, want morgen heb ik
A
een examen
B
een rooster

Slide 18 - Quiz

je moet veel ... met spreken, want dan leer je sneller Nederlands
A
bestaan
B
oefenen

Slide 19 - Quiz