3.2 Leenstelsel

De Middeleeuwen
3.2.1 Het leenstelsel
1 / 21
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

De Middeleeuwen
3.2.1 Het leenstelsel

Slide 1 - Slide

Middeleeuwen

Slide 2 - Mind map

Slide 3 - Slide

Leerdoelen 3.2.1 

Je kan beschrijven wie Karel de Grote was

Je kan uitleggen hoe het leenstelsel werkte 

Je kan beschrijven waardoor het Frankische Rijk uit elkaar viel 

Slide 4 - Slide

476- 768
West-Romeinse Rijk gevallen
Veel ruziënde stammen

-Gevaarlijk om te reizen
- Weinig mensen lezen en schrijven
- Geen lange afstandshandel






Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Taken van de koning

  • Rechtspreken
  • Het land verdedigen
  • Belasting innen
  •  Opstanden stoppen 
  • enz. 

Slide 7 - Slide

Begin in Aken 

Rechtspreken in Utrecht

Aanval bij Praag!

Opstand in Rome

Belasting innen in Parijs

Oorlog in Barcelona

Rijk verdelen 



Slide 8 - Slide

Leenmannen moesten:

Hij moest trouw zweren aan de koning.

Hij moest zijn gebied besturen en er rechtspreken.

Hij moest jaarlijks belasting aan de koning betalen.

Als er oorlog was in het Rijk, moest hij met zijn eigen soldaten meevechten in het leger van de koning.
Leenman
Leenman
Leenman
Leenheer
Leenstelsel
Karel leende delen van zijn rijk uit aan leenmannen

Slide 9 - Slide

Val Frankische rijk

Leenmannen gingen ook delen uitlenen: achterleenmannen

Na dood leenman stuk land weer teruggeven

Dit gebeurde vaak niet!

Na dood Karel Leenmannen minder trouwen aan koning

Slide 10 - Slide

Leg in je eigen woorden uit hoe het Frankische Rijk bestuurd werd

Slide 11 - Open question

De Franse Revolutie


1. Een oneerlijke verdeling

Slide 12 - Slide

Leerdoel
Aan het eind van deze presentatie kun je herkennen en uitleggen waarom de Franse Revolutie ontstond en op welke manier de eerste fase verliep.

Slide 13 - Slide


De Verlichting
vanaf ±1700



  • Een periode waarin mensen hun kennis (willen) vergroten, door steeds meer uit te gaan van het verstand (rede, ratio)

  • Hierdoor krijgen mensen ook meer kritiek op de koning, de Kerk en de adel.

Slide 14 - Slide


Misoogst
1788



  • Door mislukte oogsten waren de graanprijzen (en dus ook de prijs van brood) enorm gestegen. Er ontstonden zelfs hongersnoden.

  • Ondertussen moest de 3e stand wél veel belasting betalen.

Slide 15 - Slide


Frankrijk gaat failliet
mei 1789



  • Feesten, paleizen, bestuur en oorlogen kosten heel veel geld, maar het geld is op. 
  • Koning Lodewijk XVI wil graag meer geld hebben, en roept daarom (voor het eerst in 175 jaar) de Staten-Generaal bij elkaar. De vergadering van de 3 standen.

Slide 16 - Slide




  • De 3e stand hoopt dat de koning nu eindelijk eens naar hen zou luisteren: verlaging van de belasting en/of afschaffing van de privileges. 
  • Helaas: er gebeurt erg weinig. Dit komt ook omdat er per stand wordt gestemd. En de koning heeft altijd de adel en de geestelijkheid mee.

  • De leiders van de 3e stand zijn boos en teleurgesteld, en lopen weg...

Slide 17 - Slide


Eed op de kaatsbaan
juni 1789



  • De 3e stand begint zijn eigen vergadering: de Nationale Vergadering.
  • Een deel van de 1e en 2e stand sluit zich hierbij aan.
  • Op een kaatsbaan spreken ze af pas uit elkaar te gaan als er een nieuwe grondwet is.

Slide 18 - Slide


Eed op de kaatsbaan
1789



De 3e stand begint zijn eigen vergadering: de Nationale Vergadering.
Een deel van de 1e en 2e stand sluit zich hierbij aan.
Op een kaatsbaan spreken ze af pas uit elkaar te gaan als 
er een nieuwe grondwet is.

Slide 19 - Slide


Hoe bereik je het volk?




  • Niet iedereen kon lezen, zeker niet in de 3e stand. 
  • Maar spotprenten? Die begreep iedereen!

  • Deze spotprenten werden meestal gemaakt door de bourgeoisie.
Geestelijkheid
De 1e stand
Adel
De 2e stand
De 3e stand
Alle mensen die niet bij de 1e of 2e stand horen.

Slide 20 - Slide


Bestorming van de Bastille
14 juli 1789



  • De koning stuurt het leger naar Parijs om groepen mensen uit elkaar te slaan. 
  • Het Franse volk bestormt Bastille, een gevangenis én buskruit-opslag. 
  • De wapens hadden ze al eerder buitgemaakt.
  • De Franse Revolutie is begonnen...en slaat over op andere delen van het land!

Slide 21 - Slide