Meten is weten: omtrek, oppervlakte en inhoud

Omtrek, oppervlakte en inhoud.
.
1 / 29
next
Slide 1: Slide
RekenenBasisschoolGroep 7,8

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Omtrek, oppervlakte en inhoud.
.

Slide 1 - Slide

Lesdoel van vandaag:

Jullie weten wat de termen omtrek, oppervlakte en inhoud betekenen en kunnen deze van verschillende figuren berekenen.

Slide 2 - Slide

Omtrek

Slide 3 - Slide

Formule OMTREK:
lengte+breedte+lengte+breedte= omtrek

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Wat is de oppervlakte?
  • Lengte x Breedte

Slide 6 - Slide

Inhoud

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Even oefenen!
Het verschil tussen omtrek, oppervlakte en inhoud.

Slide 9 - Slide

Stel: Je plaatst een hek om de tuin. Hebben we hier te maken met de omtrek of oppervlakte?
A
Omtrek
B
Oppervlakte

Slide 10 - Quiz

Stel: Er moet water in het zwembad. Moet je de oppervlakte, inhoud of omtrek weten?
A
Omtrek
B
Oppervlakte
C
Inhoud

Slide 11 - Quiz

Oppervlakte betekent
A
De oppervlakte bepaalt bijvoorbeeld hoeveel mest je nodig hebt
B
De oppervlakte van een tuin bepaalt hoe lang het hek is dat je eromheen kunt zetten

Slide 12 - Quiz

De omtrek noteer ik als.....
A
m
B
C
D

Slide 13 - Quiz

Je wilt tegels op het schoolplein, moet je dan de oppervlakte, de inhoud of de omtrek van je schoolplein weten?
A
Oppervlakte
B
Omtrek
C
inhoud

Slide 14 - Quiz

De oppervlakte druk ik uit in?
A
m2
B
m
C
m3

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Slide

Omtrek betekent
A
De omtrek bepaalt bijvoorbeeld hoeveel mest je nodig hebt
B
De omtrek van een tuin bepaalt hoe lang het hek is dat je eromheen kunt zetten

Slide 17 - Quiz

Om de inhoud te berekenen gebruiken we;

A
Hoogte x lengte
B
Hoogte x breedte
C
Lengte x Breedte
D
Lengte x breedte x hoogte

Slide 18 - Quiz

De inhoud noteer ik als .........?
A
B
m
C
D

Slide 19 - Quiz


Omtrek
  • lengte + breedte + lengte + breedte

Oppervlakte
  • lengte x breedte
Inhoud
  • lengte x breedte x hoogte

Slide 20 - Slide

Simultaan tafelrondje
1. Maak de opdracht (laat zien wat je doet)
2. Bedenk een nieuwe opdracht( zelfde soort)

na 2 minuten doorschuiven:
check-maak-bedenk

Slide 21 - Slide

Ik kan omtrek, oppervlakte en inhoud uitrekenen!
Makkie!
Ja, dat lukt wel.
Nog wel wat hulp nodig.
Ik begrijp er niets van!

Slide 22 - Poll

Dit hockeyveld is 150 meter lang en 50 meter breed, wat is de omtrek?
A
400 m2
B
350 m
C
400 m
D
450 m

Slide 23 - Quiz

Het schoolplein is 15 meter lang en 20 meter breed, wat is de omtrek?
A
35 m
B
65m
C
80 m
D
70m

Slide 24 - Quiz

Dit doel is 3 meter lang en 4 meter breed,

Wat is de oppervlakte?
A
12 m2
B
14 m
C
7 m
D
7 m2

Slide 25 - Quiz


Wat is de oppervlakte van de zolderkamer?
A
2 m²
B
8 m²
C
30 m²
D
42 m²

Slide 26 - Quiz

Wat is de inhoud van dit zwembad?
A
19 m3
B
10 m3
C
18 m3
D
9 m3

Slide 27 - Quiz

Wat is de inhoud
van deze balk?

A
75 m3
B
60 m3
C
25 m3
D
45 m3

Slide 28 - Quiz

Oppervlakte

Slide 29 - Slide