Spelling - Aan elkaar of los

Aan elkaar of los
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Aan elkaar of los

Slide 1 - Slide

....genante situaties opleveren

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Je weet welke woorden je aan elkaar moet schrijven, en welke woorden je los van elkaar moet schrijven.

Slide 3 - Slide

Aan elkaar of los
In het Nederlands schrijf je twee of meer woorden aan elkaar als zij één begrip vormen.

Slide 4 - Slide

Bekijk de afbeelding. Waarin maakt de spatie verschil in betekenis?

Slide 5 - Slide

Bekijk de afbeelding. Waarin maakt de spatie verschil in betekenis?

Slide 6 - Slide

Aan elkaar
Werkwoorden die beginnen met:
na, op, over, uit

Ik heb de hond uitgelaten.
Wij springen hier overheen.

Slide 7 - Slide

Aan elkaar
Samenstellingen van twee of meer zelfstandige naamwoorden

kassabon
schoolpas
oliebollenkraam

Slide 8 - Slide

Aan elkaar
Samengestelde aardrijkskundige namen
gebruik van een streepje -

 In Zuid-Brabant zitten leuke vakantieparken.
De Oost-Friese man heeft de elfstedentocht geschaatst.

Slide 9 - Slide

Aan elkaar
Getallen tot en met duizend

zesenzeventig
achthonderd
drieëntwintigduizend

Slide 10 - Slide

Waarom is dit één woord?

kaasboer
A
Het is een werkwoord met op-, over-, na-, uit-
B
Het is een samenstelling
C
't is een samengestelde aardrijkskundige naam
D
Het is een getal tot en met duizend

Slide 11 - Quiz

Waarom is dit één woord?

ophalen
A
Het is een werkwoord met op-, over-, na-, uit-
B
Het is een samenstelling
C
't is een samengestelde aardrijkskundige naam
D
Het is een getal tot en met duizend

Slide 12 - Quiz

Waarom is dit één woord?

Noord-Laren
A
Het is een werkwoord met op-, over-, na-, uit-
B
Het is een samenstelling
C
't is een samengestelde aardrijkskundige naam
D
Het is een getal tot en met duizend

Slide 13 - Quiz

Waarom is dit één woord?

alarmsignaal
A
Het is een werkwoord met op-, over-, na-, uit-
B
Het is een samenstelling
C
't is een samengestelde aardrijkskundige naam
D
Het is een getal tot en met duizend

Slide 14 - Quiz

Waarom is dit één woord?

drieduizend
A
Het is een werkwoord met op-, over-, na-, uit-
B
Het is een samenstelling
C
't is een samengestelde aardrijkskundige naam
D
Het is een getal tot en met duizend

Slide 15 - Quiz

Waarom is dit één woord?

inzetten
A
Het is een werkwoord met op-, over-, na-, uit-
B
Het is een samenstelling
C
't is een samengestelde aardrijkskundige naam
D
Het is een getal tot en met duizend

Slide 16 - Quiz

Schrijf het getal in letters...
500

Slide 17 - Open question

Schrijf het getal in letters...
300.000

Slide 18 - Open question

Elke dinsdag wordt het ___ opgehaald.
A
huis vuil
B
huisvuil

Slide 19 - Quiz

Bah, wat is dit ___!
A
huis vuil
B
huisvuil

Slide 20 - Quiz

Schrijf de zin goed:
Reiniers knie operatie is voor de tweede keer uit gesteld.

Slide 21 - Open question

In het kraampje langs de weg worden streekproducten, zoals jam en ___, verkocht
A
bijen honing
B
bijenhoning

Slide 22 - Quiz

Mevrouw Schipper gaat elke zondag met haar ___ naar de Beekse Bergen.
A
klein kind
B
kleinkind

Slide 23 - Quiz

Dit boek is geen werkboek, je mag er dus niet ___.
A
in schrijven
B
inschrijven

Slide 24 - Quiz

Aan de slag
Opdracht 2, 4, 6 en 7

Bladzijde 66-67

Slide 25 - Slide