GYM 4 - maandag 5-12 Formuleringsfouten quiz

1 / 39
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Doel van deze les:

Je herkent bepaalde formuleringsfouten.

Slide 2 - Slide

Even snel de theorie.....
  • Tautologie: De catalogus heb ik reeds weken al in huis.
Als hetzelfde twee keer wordt gezegd met synoniemen.

  • Pleonasme: Wat een vieze stank!
Een deel van de betekenis van een woord wordt nog eens uitgedrukt (geen synoniemen).

  • Contaminatie: Ik print dat wel uit. (Uitdraaien/printen)
Als twee woorden of uitdrukkingen worden verward en vermengd.

Slide 3 - Slide

De grote
'ik herken formuleringsfouten' QUIZ!

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Aan de slag!
  • Spelling
Afmaken instaptoets + nakijken + noteren 
welke opdrachten je gaat oefenen uit NN + oefenen!
(P. 152-184 Nieuw Nederlands)

  • Formuleren
- Par. 1 Formuleren (blz. 130 -132)  --> 
Lees p. 130 en 131 en maak opdr. 2 & 3. 
- Par. 2 Formuleren (blz. 133 -138) 
Lees p. 133 t/m 135 en maak opdr. 5 t/m 10 

       

Slide 18 - Slide

Huiswerk & Taalvout
Spelling: zelfstandig oefenen

Formuleren
      - Par. 1 Formuleren (blz. 130 -132) -->
Lees p. 130 en 131 en maak opdr. 2 & 3.
     

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

DOEL


Na deze les kun je de juiste verwijswoorden (passend bij antecedent) gebruiken. 

Slide 21 - Slide

AUW......
Éh, check die meisje die daar loopt!

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Omdat het pand vorig jaar zo prachtig verbouwd is, wil ik ... heel graag kopen van u.
A
Hem
B
Haar
C
Het
D
Deze

Slide 25 - Quiz

Als de onderzoekscommissie belastende uitspraken doet, kan alleen de rechter ... het zwijgen opleggen.
A
Hem
B
Haar
C
Het
D
Die

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Hoewel de docent ... drie keer gewaarschuwd had, gingen ... toch door met praten.
A
Hen, ze
B
Hun, ze
C
Hen, hun
D
Hun, hun

Slide 29 - Quiz

Misschien moet je maar aan ... vragen of ... je na het feest naar het station kunnen brengen.
A
Hen, zij
B
Hun, zij
C
Hen, hun
D
Hun, hun

Slide 30 - Quiz

Slide 31 - Slide

Het allereerste ... ik doe als ik thuiskom, is de kat aaien.
A
dat
B
wat

Slide 32 - Quiz

Betrekkelijke vnw: wie
Wie gebruik je niet zo vaak als verwijswoord. In de onderstaande voorbeelden gebruik je wie:


Als het antecedent een persoon is én het betrekkelijk voornaamwoord meewerkend voorwerp is.
De man wie we dat gevraagd hebben wist het ook niet. (maar op deze plaats hoor je steeds vaker die)

Na een voorzetsel.
De vrouw met wie hij samenleefde, is ontslagen.

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Daar is ... met wie opa altijd wandelt.
A
de hond
B
de mevrouw

Slide 35 - Quiz

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Video

Aan de slag!
  • Spelling
Afmaken instaptoets + nakijken + noteren 
welke opdrachten je gaat oefenen uit NN + oefenen!
(P. 152-184 Nieuw Nederlands)

  • Formuleren
      - Par. 1 Formuleren (blz. 130 -132)  --> 
Lees p. 130 en 131 en maak opdr. 2 & 3. 
      - Par. 2 Formuleren (blz. 133 -138) 
Lees p. 133 t/m 135 en maak opdr. 5 t/m 10 

       

Slide 38 - Slide

Huiswerk & Taalvout
Spelling: zelfstandig oefenen

Formuleren
      - Par. 1 Formuleren (blz. 130 -132) -->
Lees p. 130 en 131 en maak opdr. 2 & 3.
      - Par. 2 Formuleren (blz. 133 -138)
Lees p. 133 t/m 135 en maak opdr. 5 t/m 10

Bepaal zelf wat je nodig hebt om te oefenen. Ik wil dat je alle opdrachten maakt, maar je mag bijv. ook alleen de oneven nummers maken. Dan maak je bijv. van opdracht 5 alleen 1, 3, 5, 7.

Slide 39 - Slide