Hoofdstuk 5.4 Eenheden van inhoud

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Eenheden van inhoud

Doelen van vandaag van kennen en kunnen

• Ik kan rekenen met de eenheden van inhoud.

Hoe spreek je al die termen uit?

• = kubieke meter
• = kubieke decimeter
• = kubieke centimeter
• = liter 
• = deciliter
• = centiliter
• = milliliter
• = centimetre 
• cubique

〖cm〗^2

• Voorbeeld: 3300 dm^3 = .......m^3
• Van dm^3 naar m^3.
• één stap naar links: 3300 : 1000 = 3.3 m^3

• Inhoud heb je ook in liter. Die gaat in stappen van tien. Denk aan een liter melk. Naar rechts x tien. Naar links delen door tien.
• Voorbeeld: 45 cl = ....... ml
• Van cl naar ml. 1 stap naar recht. Dus 45 x 10 = 450 ml

• Let op!
• Kubieke decimeter is hetzelfde als liter
• kubieke centimeter is hetzelfde als milliliter, als centimetre cubique

• Voorbeeld: 2600 ml = .........cm^3
• 2600 ml = 2600 cm^3 (zie de aantekening)

Check: 19 dL = ...........L

1. 19 L
2. 190 L
3. 1,9 L
4. 1900 L

Check: 2600 ml = ...........dm^3

1. 2,6 dm^3
2. 2600 dm^3
3. 26 dm^3
4. 260000 dm^3

Aan de slag

Maak: 52 en 53

Maak een foto van je uitwerking

Inhoud van kubus en balk berekenen. Hoe doe je dat?

• Stap 1: reken alle maten om naar meters. 180 cm = 1,8 m
• Stap 2: gebruik de formule Inhoud balk = L x B x H
• Inhoud balk ABCD EFGH = 2,5 x 2 1,8 = 9 m^3

Aan de slag

Maak: 59 en 62

Eerder klaar? 63

Maak een foto van je uitwerking van de opgaven 59 en 62