8.3 Geluidssterkte

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

8.3 Geluidssterkte

Planning:

•  Korte terugblik paragraaf 8.2
•  Paragraaf 8.3 + 8.4
•  Huiswerk opdracht 1, 4, 6, 7 + 9 paragraaf 8.3 en 1, 2,4 en 8 paragraaf 8.4 (2e uur donderdag  22-06-2023)

Opdracht 6B op bladzijde 203 in jouw boek. Bepaal de trillingstijd van toon b.

Bereken de frequentie van toon b.

Zou de geluidssterkte van toon B en C even groot zijn?

1. Ja, want de frequentie is hetzelfde
2. Nee, want de uitwijking is hetzelfde
3. Nee, want de frequentie is anders
4. Ja, want de uitwijking is hetzelfde

Welke maatregelen kunnen we nemen om de geluidsoverlast te bestrijden?

Geluidssterkte

    Geluidssterkte kun je meten met een decibelmeter

Laten we nu een paar geluidsterktes meten

Gehoordrempel en pijngrens

Onze oren horen niet alle tonen even goed. De gehoordrempel is de geluidssterkte waarop je een toon net kunt horen.

Pijngrens = de grens waarbij je oren pijn gaan doen.

Stel 2 leerlingen zijn tijdens de muziekles op de gitaar aan het spelen, hierbij is de geluidsterkte 83 dB. Op een gegeven moment, speelt heel de klas (32 leerlingen) gitaar. Hoeveel is de geluidssterkte nu?

1. Nog steeds 83 dB.
2. 95 dB
3. 1328 dB
4. 2560 dB

Regels

• Als het aantal geluidsbronnen 2x zo groot wordt, stijgt het geluidsniveau met 3 dB; Ofwel Geluidssterkte + (n x3). Waarbij n het aantal verdubbelingen is.

Voorbeeld:
Van 2 naar 32 leerlingen, is een verdubbeling van 4. Dus 

83 + 3 + 3 + 3 + 3 = 95 dB

(83+ (4x3))= 95 dB

Geluidssterkte

Puntvormige geluidsbron:

• Geluid komt vanuit één plek
• Als de afstand verdubbelt, neemt de geluidssterkte met 6 dB af.

Lineaire geluidsbron:

• Geluid komt vanuit een lijn
• Als de afstand verdubbelt, neem de geluidssterkte met 3 dB af.

Huiswerk 

- Maken opdracht 1 t/m 9 paragraaf 8.3.