Weer en klimaat VS orkaan en tornado

C.1 Orkanen
Orkanen
1 / 16
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

C.1 Orkanen
Orkanen

Slide 1 - Slide

LESDOELEN C1
Weer en klimaat - C1: Orkanen
  1. Je kan uitleggen hoe een orkaan ontstaat.
  2. Je kan drie andere benamingen voor een orkaan noemen.
  3. Je kan de verspreidingsgebieden van orkanen noemen.
  4. Je kan de verspreidingsgebieden van orkanen verklaren.
  5. Je kan het verschil noemen tussen een tropische storm en een orkaan.
  6. Wat het verband is tussen ontwikkelingspeil en de schade en het aantal slachtoffers van een orkaan

Slide 2 - Slide

                         Orkaan boven land
Een orkaan wordt gevoed door zeewater boven 26,5 graden. Wanneer een orkaan land bereikt zal de orkaan in kracht afnemen, omdat de orkaan niet meer gevoed wordt.

Slide 3 - Slide

ORKAAN

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

wat is geen orkaan?
A
Hurricane
B
Typhoon
C
Tornado
D
Cycloon

Slide 6 - Quiz

Je hebt orkanen in verschillende sterktes. Hoeveel categorieën orkanen zijn er?
A
3
B
4
C
5
D
6

Slide 7 - Quiz

Wat zijn andere woorden voor een orkaan?
A
tropisch storm
B
taifoen
C
tornado
D
hurricane

Slide 8 - Quiz

Orkanen ontstaan altijd op:
A
Land
B
Zee
C
Kan allebei
D
In de lucht

Slide 9 - Quiz

Wat is de starttemperatuur voor een orkaan?

Wat is de starttemperatuur van zeewater voor een orkaan?

A
25
B
25,5
C
26,5
D
28

Slide 10 - Quiz

Wat zijn orkanen?
A
Kolommen van snel stijgende warme lucht
B
Luchtmassa dat uit koude lucht bestaat
C
Snel draaiende lucht op het land
D
Verwoestende krachten op de oceaan

Slide 11 - Quiz

Orkanen ontstaan
A
boven land
B
boven zee

Slide 12 - Quiz

Wat is er in het oog van de orkaan
A
Windstil en hoge luchtdruk
B
harde wind en lage luchtdruk
C
Windstil en lage luchtdruk
D
Harde wind en hoge luchtdruk

Slide 13 - Quiz

Een orkaan duurt
A
een paar minuten
B
een paar dagen

Slide 14 - Quiz

Een orkaan is te voorspellen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quiz

Er wordt gesproken over een orkaan bij:
A
Windkracht 10 en hoger
B
Windkracht 12 en hoger
C
wind vanaf 110 km per uur
D
elke tropische storm is een orkaan

Slide 16 - Quiz