5.3

5.3
1 / 32
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

5.3

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Kraakbeenweefsel 
In het skelet komt botweefsel en kraakbeenweefsel voor. Tussen de cellen zit tussencelstof. 

Kraakbeenweefsel: tussencelstof bestaat vooral uit collageen

Slide 3 - Slide

Hoe zijn botten gebouwd?

  • Er zijn 2 soorten beenderen:
1. Pijpbeenderen
2. Platte beenderen

  • Hiernaast zie je de bouw van een pijpbeen.

Slide 4 - Slide

Botweefsel 
In botweefsel liggen de cellen in kringen om kanaaltjes die bloedvaatjes bevatten

Botweefsel: tussencelstof bestaat vooral uit kalkzouten maar ook lijmstof

Slide 5 - Slide

Waar kan je kraakbeen vinden?

Slide 6 - Slide

Baby's
Hebben veel lijmstof en weinig kalk in hun botten. Ze breken bijna nooit een bot. Ze zijn ook erg soepel en lenig. 

Bejaarden
Hebben veel kalk en weinig lijmstof in hun botten. Als ze vallen, breken ze snel hun botten. 


Slide 7 - Slide

Fontanellen
  • De schedelbeenderen bij baby's zitten nog niet vast
  • Dit maakt dat het hoofd bij de geboorte makkelijker door het geboortekanaal kan

Slide 8 - Slide

Verandering in botweefsel
Baby: skelet bestaat vooral uit kraakbeenweefsel. De botten zijn dus nog erg buigzaam.

Als je ouder wordt, verandert dit in botweefsel, doordat er meer kalkzouten en minder collageen in de botten zit. De botten kunnen hierdoor makkelijker breken.

Slide 9 - Slide

Welk bestanddeel van de tussencelstof geeft de stevigheid (hardheid) aan botweefsel?
A
Collageen
B
Lijmstof
C
Kalkzout(en)
D
Kraakbeenweefsel

Slide 10 - Quiz

Baby's zijn nog heel flexibel. De botten bestaan vooral uit:
A
Kraakbeen
B
Botweefsel

Slide 11 - Quiz

Ik kan 2 verschillen tussen botweefsel en kraakbeenweefsel noemen als ik kijk naar hoe ze er uit zien en wat hun functie is.
Ja absoluut!
Ik kan dat een beetje
Nee sorry dat lukt niet

Slide 12 - Poll

Ik kan de fontanellen omschrijven
Ja absoluut!
Ik kan er 1 noemen
Nee sorry dat lukt niet

Slide 13 - Poll

Ik kan de verandering beschrijven in botten van jong naar oud. Hierbij weet ik de begrippen collageen, kalkzouten en kraakbeen te gebruiken.
Ja dat kan ik wel!
Beschrijven lukt wel maar niet met deze begrippen
Dat lukt mij niet

Slide 14 - Poll

Ik kan de 2 stoffen noemen waaruit botten bestaan
Ja absoluut!
Ik kan er 1 noemen
Nee sorry dat lukt niet

Slide 15 - Poll

Aan de slag
Afsluiten 
Opdrachten van Hoofdstuk 5.2 en 5.3
Practicum mag je overslaan
extra vragen en uitleg in deze lessonup
timer
10:00

Slide 16 - Slide

Welke stof zorgt voor de flexibiliteit van een bot?

Slide 17 - Open question

Schedel
  • 1 tm 5 = schedelbeenderen
  • 6 = bovenkaak
  • 7 = onderkaak
1
2

Slide 18 - Slide

  1. sleutelbeen
  2. schouderblad
  3. borstbeen
  4. ribben
  5. wervels
3
6
7
4
5

Slide 19 - Slide

  1. heupbeen
  2. dijbeen
  3. heiligbeen
  4. staartbeen
8
11
9
10

Slide 20 - Slide

  1. opperarmbeen
  2. spaakbeen
  3. ellepijp
12
13
14

Slide 21 - Slide

  1. knieschijf
  2. scheenbeen
  3. kuitbeen
15
17
16

Slide 22 - Slide

Antwoorden
  1. bovenkaak
  2. onderkaak
  3. sleutelbeen
  4. borstbeen
  5. ribben
  6. wervel
  7. opperarmbeen
  8. heupbeen
  9. staartbeen
10. heiligbeen
11. dijbeen
12. opperarmbeen
13. spaakbeen
14. sleutelbeen
15. knieschijf
16. kuitbeen
17. scheenbeen

Slide 23 - Slide

Handwortelbeentjes

Slide 24 - Slide

Middenhandsbeentjes

Slide 25 - Slide

Vingerkootjes

Slide 26 - Slide

middenvoetsbeentjes

Slide 27 - Slide

voetwortelbeentjes

Slide 28 - Slide

teenkootjes

Slide 29 - Slide

We gaan nu oefenen met Harry

Slide 30 - Slide

Noem eens 3 dingen die je deze les hebt geleerd?

Slide 31 - Open question

Slide 32 - Slide