H4 7.1 7.2 Huren en Kopen

H7 Kopen of Huren
Huren
Kopen
Lineaire hypotheek
Annuïteitenhypotheek  
1 / 23
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

H7 Kopen of Huren
Huren
Kopen
Lineaire hypotheek
Annuïteitenhypotheek  

Slide 1 - Slide

leerdoelen
  • je kunt de voor- en nadelen van huren vergeleken met kopen noemen.
  • je kunt de verplichtingen van de huurder noemen en de financiële gevolgen ervan voor de huurder uitleggen.
  • Je kunt de functie van de verschillende partijen op de hypotheekmarkt noemen.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Wat zou jij doen als je klaar bent met je studie, een huis kopen of huren. Leg uit waarom.

Slide 4 - Open question

Noem een voordeel van het huren van een huis.

Slide 5 - Open question

EEN HUIS HUREN
Onderscheid tussen sociale huur en particuliere huur

Slide 6 - Slide

Sociale huurwoningen
Een sociale huurwoning is een huurwoning met een maximale netto huurprijs van  € 1026. (vanaf 2024) De meeste sociale huurwoningen zijn in bezit van woningcorporaties. 

  • Huur afhankelijk van puntensysteem
  • Jaarlijkse huurverhoging gemaximeerd (overheid bepaald maximum %)
  • Soms huurtoeslag mogelijk
  • Te huren bij een inkomen tot de inkomensgrens +/- € 40.000 per huishouden

Slide 7 - Slide

Vrije sectorhuurwoningen
Huurwoningen met een maandhuur vanaf € 1026 noemen we huurwoningen in de vrije sector. 

  • Geen huurtoeslag mogelijk
  • Geen maximum aan jaarlijkse huurverhoging 

Slide 8 - Slide

Huurtoeslag: alleen voor een sociale huurwoning

Huurders van een sociale huurwoning met een laag inkomen kunnen via de belastingdienst huurtoeslag aanvragen. 

Slide 9 - Slide

Plichten huurder
  • Huur betalen
  • Opzegtermijn inachtnemen, meestal één maand
  • Aanpassen of verbouwen woning alleen met toestemming, anders bij einde huurcontract opleveren in de oorspronkelijke staat
  • Klein onderhoud; schoonmaken, tuin etc. 

Slide 10 - Slide

Plichten verhuurder
  • Woning ter beschikking stellen 
  • Opstalverzekering betalen 
  • Groot onderhoud uitvoeren
  • Huurcontract moet voldoen aan regels Burgerlijk Wetboek en andere wetten
  • Kan niet zomaar huur opzeggen (huurbescherming voor huurder)

Slide 11 - Slide

Noem een voordeel van het kopen van een huis.

Slide 12 - Open question

Noem een nadeel van een koopwoning

Slide 13 - Open question

Stappenplan huis kopen
Bepaal je budget: hoeveel kun je op basis van je inkomen lenen? 
Hoe wil je wonen? Huizen zoeken die bij je wensen passen doe je bijvoorbeeld op Funda.nl.  

Eventueel huur je een aankoopmakelaar die mee zoekt naar een geschikte woning, mee gaat naar bezichtigingen en de onderhandeling over de aankoop voor je doet. Hiervoor betaal je een vergoeding, een courtage 
Huizen bezichtigen
Als koper en verkoper het eens zijn over de prijs en voorwaarden ondertekenen ze beiden een voorlopig koopcontract. Er staan vaak ontbindende voorwaarden in, dat zijn redenen om zonder kosten van de koop af te kunnen zien. Bijvoorbeeld als de koper de hypotheek niet kan krijgen die nodig is om de woning te betalen 
Als je een hypotheek nodigt hebt is het tijd om deze te regelen, veel mensen schakelen hiervoor een hypotheekadviseur in. De bank die je het geld wil lenen zal een taxatierapport verplicht stellen. Een taxateur stelt de marktwaarde van de woning vast en legt dit vast in een rapport. 
De notaris stelt de verkoopakte op. Hiermee wordt het eigendom van de woning overgedragen van de verkoper naar jou!

De verkoopakte en de hypotheekakte worden door de notaris ingeschreven bij het Kadaster. Dit is een openbaar register waarin belanghebbenden kunnen zien wie eigenaar is van een woning en of er sprake is van een hypotheek op de woning 
Opzoek naar woonruimte

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Woonhuis kopen of huren?
Kopen: eigendom, na afbetaling hypotheeklening is de woning van jou.

Huren: geen zorgen, groot onderhoud door eigenaar, geen risico waardedaling, korte opzegtermijn.

Slide 20 - Slide

Wie is de hypotheekgever?
A
geldnemer
B
geldgever

Slide 21 - Quiz

Wie is de geldgever?
A
Koper van een onroerende zaak (bijv. woning)
B
Bank

Slide 22 - Quiz

Aan de bak!!!
Maken: 7.3 tot en met 7.6

Slide 23 - Slide