Epilepsie

1 / 42
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes, text slides and 7 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Waar denk je aan bij epilepsie?

Slide 2 - Mind map

Welke vormen van epilepsie ken je?

Slide 3 - Open question

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Wat zijn oorzaken van epilepsie?

Slide 8 - Open question

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Link

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Welke interventies pas je toe bij een epileptisch insult?

Slide 19 - Open question

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Slide

Bij welke aanval is er sprake van bewustzijnsverlies?
A
Focale aanvallen
B
Gegeneraliseerde aanvallen

Slide 25 - Quiz

Een gevaar bij een grand-mal is hersenbeschadiging door zuurstof tekort
A
Juist
B
Onjuist

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Slide

Coupeermedicatie

Deze medicatie zorgt er voor dat een aanval onderbroken wordt
Medicatie wordt ingebracht via:

  • De anus (stesolid rectiole)
  • De wangzak (rivotril druppels)
  • Neusspray ( midazolam)

Bovenstaande werkwijze zorgt voor snelle opname van het medicijn

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Video

Slide 31 - Link

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Niet epileptische aanval

Soms komen verschijnselen voor die op epilepsie lijken, maar dat niet zijn. Enkele voorbeelden hiervan zijn:
  • Flauwvallen
  • Hartritmestoornissen
  • Migraine
  • Hyperventilatie
  • Spierschokken

Slide 36 - Slide

Wat kunnen uitlokkende factoren zijn bij epilepsie?

Slide 37 - Open question

Als iemand in zijn of haar leven één keer een insult doormaakt, dan heeft iemand epilepsie
A
Ja
B
Nee

Slide 38 - Quiz

Slide 39 - Video

Wanneer spreken wij van een gegeneraliseerde epileptische aanval?
A
Als het op 1 plek in de hersenen begint
B
Als de aanval verspreid over de hele hersenen begint
C
Als de aanval ergens anders in het lichaam begint

Slide 40 - Quiz

Moderne medicijnen tegen epilepsie kun je met een gerust hart een dag overslaan. Zo goed zijn ze.
A
Ja
B
Nee

Slide 41 - Quiz

Slide 42 - Video