hoeken, hoeken berekenen

Dit is een....
A
rechte hoek
B
scherpe hoek
C
stompe hoek
D
gestrekte hoek
1 / 18
next
Slide 1: Quiz
RekenenMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Dit is een....
A
rechte hoek
B
scherpe hoek
C
stompe hoek
D
gestrekte hoek

Slide 1 - Quiz

hoek B = 120 graden

hoek B is een ......
A
volle hoek
B
scherpe hoek
C
stompe hoek
D
rechte hoek

Slide 2 - Quiz

hoek D is een .....
A
stompe hoek
B
volle hoek
C
scherpe hoek
D
gestrekte hoek

Slide 3 - Quiz

1. Een volle hoek is 180 graden
2. Een gestrekte hoek is 360 graden
A
1 goed, 2 goed
B
1 goed, 2 fout
C
1 fout, 2 goed
D
1 fout, 2 fout

Slide 4 - Quiz

1. Een hoek heeft 2 benen

2. Een hoek heeft 2 hoekpunten
A
1 is goed, 2 is goed
B
1 is fout, 2 is goed
C
1 is goed, 2 is fout
D
1 is fout, 2 is fout

Slide 5 - Quiz

hoek A2 en hoek A4 zijn:
A
bovenstaande hoeken
B
onderstaande hoeken
C
overstaande hoeken
D
naaststaande hoeken

Slide 6 - Quiz

hoek A1 = 125 graden

hoek A3 = .........
A
152 graden
B
125 graden
C
180 graden
D
55 graden

Slide 7 - Quiz

hoek A2 = 80 graden

hoek A3 = .....
A
80 graden
B
180 graden
C
100 graden
D
120 graden

Slide 8 - Quiz

hoek B4 = 40 graden

hoek A1 = ......
A
40 graden, overstaande hoeken
B
40 graden, F-hoeken
C
40 graden, Z-hoeken

Slide 9 - Quiz

hoek C = ....
A
hoek B5, Z-hoeken
B
hoek B5, F-hoeken
C
hoek B4, Z-hoeken
D
hoek B4, F-hoeken

Slide 10 - Quiz

hoek B1 = hoek C3

want.....
A
het zijn overstaande hoeken
B
het zijn F-hoeken
C
het zijn Z-hoeken

Slide 11 - Quiz

hoek B1 = hoek C1
want.....
A
het zijn overstaande hoeken
B
het zijn F-hoeken
C
het zijn Z-hoeken

Slide 12 - Quiz

hoek A = 28 graden
hoek B = 76 graden
hoek C = .....
A
82 graden
B
86 graden
C
80 graden
D
76 graden

Slide 13 - Quiz

De som van de hoeken van een driehoek is 180 graden.
Dit is ......
A
nooit waar
B
soms waar, soms niet waar
C
altijd waar

Slide 14 - Quiz

hoek C1 = 40 graden
hoek C2 =.......
A
40 graden, overstaande hoeken
B
180 - 40 = 140 graden
C
90 graden, overstaande hoeken

Slide 15 - Quiz

hoek C 1 = 40 graden

hoek C3 = ......
A
40 graden, overstaande hoeken
B
40 graden, Z-hoeken
C
40 graden, F-hoeken

Slide 16 - Quiz

Dit is een ..........
A
rechte hoek
B
rechthoek
C
vierkant
D
volle hoek

Slide 17 - Quiz

1. Dit heet geodriehoek.
2. Hiermee kun je hoeken meten.
A
1 goed, 2 goed
B
1 goed, 2 fout
C
1 fout, 2 goed
D
1 fout, 2 fout

Slide 18 - Quiz