wk 11 2021 2022

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

LES 1

Schrijven

• We herhalen de 6 tekstdoelen en  -soorten uit de vorige les.
• We oefenen deze les met een uiteenzettende tekst en het bijbehorende tekstdoel uitleggen.

Tekstdoelen en -soorten

1. informeren - informerende tekst
2. uitleggen - uiteenzettende tekst
3. amuseren - amuserende tekst
4. activeren - activerende tekst
5. mening vormend - beschouwende tekst
6. overtuigen - betogende tekst

uiteenzettende tekst

In deze les staat het tekstdoel 'uitleggen' centraal.  Je gaat een uiteenzettende tekst typen/schrijven. Weten we nog wat het doel uitleggen inhoudt? 

Opdracht individueel:

A: Recept

Je gaat een recept maken van een niet bestaand gerecht. Je mag alle ingrediënten combineren. 

• Kijk eerst naar voorbeeldrecepten op internet voor de lay-out. 
• Zorg dat je een lijst maakt met ingrediënten en benodigdheden (materiaal).
• Zorg dat je een beschrijving maakt van hoe het gerecht gemaakt moet worden

In de volgende les werk je verder aan deze opdracht.   

grammatica

• We kijken het huiswerk na
• We herhalen het lijdend voorwerp
• Je leert het meewerkend voorwerp

Huiswerk nakijken

1Q: opdracht 4 + 5 blz. 130

1P + 1N: opdracht 10 + 11 blz. 119

Klaar met nakijken? Pak even je leesboek erbij. 

meewerkend voorwerp (mv)   

Het werkend voorwerp vind je door de volgende vraag te stellen: 

Aan wie of voor wie + alles wat je al hebt gevonden?

Voorbeeld: Mijn vader heeft mij een nieuw leesboek gegeven. 

wwg: heeft gegeven

ond: (Wie heeft gegeven?) Mijn vader

lv: (Wat heeft mijn vader gegeven?) een nieuw leesboek

mv: (Aan wie of voor wie heeft mijn vader een nieuw leesboek gegeven?) mij

Even oefenen.....

In de volgende dia staat een link naar de website Jufmelis.nl. We gaan deze zinnen samen oefenen op het bord. 

www.jufmelis.nl

Nu zelf verder oefenen

In de volgende dia staat een link naar de website waarmee je gaat oefenen. Oefen alleen de volgende onderdelen: 

werkwoordelijk gezegde  + wwg splitsbaar werkwoord (2 oefeningen)

onderwerp  (1 oefening)

lijdend voorwerp ( 2 oefeningen)

meewerkend voorwerp (2 oefeningen)

www.jufmelis.nl

LES 2

Schrijven

• We herhalen de 6 tekstdoelen en  -soorten uit de vorige les.
• We ronden deze les ons recept af

Opdracht recept (afronden):

A: Recept

Je gaat een recept maken van een niet bestaand gerecht. Je mag alle ingrediënten combineren. 

• Kijk eerst naar voorbeeldrecepten op internet voor de lay-out. 
• Zorg dat je een lijst maakt met ingrediënten en benodigdheden (materiaal).
• Zorg dat je een beschrijving maakt van hoe het gerecht gemaakt moet worden

In de volgende les werk je verder aan deze opdracht.   

grammatica

• We herhalen de zinsdelen tot nu toe en oefenen ermee.
• Aan het einde van de les en ken je alle zinsdelen en weet je hoe je ze moet vinden in een zin. 

Even klassikaal oefenen:

Gemeenteraadsleden willen alle brugklassers een gratis fiets aanbieden.

De postbezorger heeft het pakje voor mijn oma bezorgd. 

Stripverhaal maken

Via de link in de volgende dia kom je in drive terecht. Open de opdracht 'stripverhaal bij zinsdelen'. Neem de opdracht  en het voorbeeld goed door en controleer of je vragen hebt. Het stripverhaal is huiswerk voor de volgende les. 

drive.google.com